Door de toenemende diversiteit van de leerlingenpopulatie wordt de dagelijkse onderwijspraktijk voor leraren steeds complexer en neemt het aantal pedagogische vragen toe (Klaassen & Maslovaty, 2010; Korthagen, 2010). Leraren moeten in hun interacties met leerlingen vaak ‘in het moment’ keuzes maken hoe te handelen en daarbij een inschatting maken of ‒ en hoe deze keuze zal bijdragen aan de doelen van onderwijs, aan de ontwikkeling van de leerlingen, het belang van leerlingen en medeleerlingen, en het curriculum. Deze afwegingen worden beïnvloed door de eigen opvattingen en gaan vaak gepaard met vragen en twijfels zoals: wat is goed om te doen in deze specifieke situatie? Tevens wordt van leraren verwacht dat zij afstemmen op de diversiteit van elke leerling om alle leerlingen optimale en gelijke ontwikkelingskansen te bieden (Onderwijsraad, 2017). Het handelen van leraren is hiermee te kwalificeren als een morele activiteit, in die zin dat leraren proberen om op een eerlijke en juiste manier tegemoet te komen aan de diversiteit van hun leerlingen.