Het wordt geregeld herhaald: voorlezen hoort erbij, is goed voor de taalontwikkeling van jonge kinderen, biedt een rustmoment, geeft de mogelijkheid om in rijke taal over een onderwerp verder te praten, dit verder uit te werken in spel, enzovoort. Je weet het intussen wel! En, hoe fijn zou het zijn als ouders dit thuis dan ook af en toe deden? Taal begint thuis, toch?
Op veel kindcentra merkt men dat bij sommige kinderen de taalontwikkeling achterblijft en er thuis niet of nauwelijks wordt voorgelezen. Maar we weten dat in sommige gezinnen ook weinig met de kinderen wordt gepraat.
Kinderen leren taal in een context. Door met kinderen te praten over de dingen die ze doen en zien krijgen de klanken voor jonge kinderen betekenis. Zo zorgen al die verschillende ervaringen voor de opbouw van hun woordenschat. Dus ouders zijn hierbij enorm belangrijk.
Praat met je kind!
Voor veel volwassenen is het moderne leven, zeker met jonge kinderen erbij, druk en uitdagend. Het gaat sneller om je kind zelf die jas aan te trekken dan te vertellen dat ze eerst haar hand in de mouw moet steken. Het is eenvoudiger zelf het speelgoed op te ruimen dan uit te leggen hoe je dat doet en dit keer op keer te moeten herhalen. Er zijn heel veel dagelijkse handelingen rondom een kind waar veel woorden bij horen die echter vaak niet worden gebruikt.
Het is een goed plan om ouders bij oudergesprekjes telkens weer eraan te herinneren: praat met je kind! Vertel wat je doet bij het aankleden, het wandelen – zie je die grote vrachtwagen? Zie je die takken van de boom? Hoe ze heen en weer schudden? Dat doet de wind.
En let wel, het gaat hier om praten in de moedertaal, welke taal dat ook is. Ik trof een oma met een peuter in de supermarkt die deze taaluitwisseling helemaal in de vingers hadden. Het kind zat in het zitje van de winkelwagen en aangekomen bij de eieren, zei de volwassene: ‘We hebben ook eieren nodig.’ ‘Kip, kip’ riep het meisje, die de afbeelding van een kip op de doos zag. De oma deed de doos open en zei: ‘Kijk hier zijn de eieren van een kip.’
Zo pratend liepen ze verder door de supermarkt.
Verbinding boek – thuis
De Italiaanse kinderboekenschrijver en pedagoog Gianni Rodari schreef: ‘De voordeur thuis beschermt kinderen maar isoleert ze ook, laten we de deur openzetten.’ Behalve de gewone dagelijkse taal leven er in alle families verhalen: magische, realistische, grappige verhalen, bestaand of verzonnen. Laten we proberen deze verhalen door de voordeur met de kinderen naar buiten te laten komen en te verbinden met het voorlezen in de groep. Zo kun je vanuit het kindcentrum ouders, via een prentenboek, ondersteunen bij de taalontwikkeling van hun kind.