In een eerder artikel concludeerde ik dat veel hedendaagse opvoedingsfilosofen in het verlengde van een postmodern ‘anti-fundationalisme’ het primaat van de epistemologie inruilen voor het primaat van het engagement (Van Goor et al., 2004). De onderbouwing van claims, ook in de filosofie, wordt dan in laatste instantie herleid tot het ‘engagement’ van de auteur en niet tot uitspraken die in epistemologische zin als relatief zeker worden beschouwd. Zo begrepen is pedagogiek onvermijdelijk geëngageerde pedagogiek. Deze bevinding geeft aan dat het begrip engagement zich in een hernieuwde filosofische belangstelling mag verheugen. Dat deze hernieuwde belangstelling zich niet beperkt tot het domein van de pedagogiek blijkt onder andere in recente publicaties zoals ‘De terugkeer van het engagement’ (Vintges, 2003) en ‘Nieuw engagement: in architectuur, kunst en vormgeving’ (NAi-Uitgevers, 2003). De huidige aandacht voor engagement brengt ook enkele vragen met zich mee. Ik ben benieuwd naar de betekenis van het begrip ‘engagement’ in deze context en naar de vraag wat het ‘primaat van het engagement’ in het verlengde daarvan precies inhoudt voor de filosofie van de opvoeding.