Een suïcidepoging is een van de sterkste voorspellers voor het komen te overlijden door suïcide. Het Trimbosinstituut rapporteerde dat 2.2 procent van de jongvolwassen Nederlanders (tussen de 18 en 24 jaar) aangaf ooit een suïcidepoging te hebben ondernomen (De Graaf, Ten Have, Tuithof, & Dorsselaer, 2011). Adolescenten die eerder een suïcidepoging hebben ondernomen hebben een 10-60 keer zo groot risico om te overlijden door suïcide (Bridge, Goldstein, & Brent, 2006). Inzoomend op de randstad en op een wat jongere groep, toonde bijvoorbeeld de GGD Amsterdam (Van Vuuren, Stegeman, Van Dieren, Verhagen, & Van der Wal, 2011) aan dat 3 procent van de tweedeklassers (13-14 jaar) op de Amsterdamse middelbare scholen een suïcidepoging achter de rug heeft. Zowel de Trimbos studie als de inventarisatie van de GGD Amsterdam betroffen zelfrapportages door jongeren. Voor zover ons bekend zijn er geen landelijke of stedelijke cijfers bekend met tellingen in ziekenhuizen over suïcidepogingen van Nederlandse jongeren, bronnen die meer zekerheid zouden kunnen geven over de vraag naar de medische ernst van suïcidepogingen. Internationaal laat een in de Verenigde Staten (Plemmons et al., 2018) over de laatste jaren een stijging zien in het aantal aanmeldingen van adolescenten bij de spoedeisende hulp na een suïcidepoging.