Gebrek aan invloed op jeugdhulp funest voor ouders en kinderen’, concluderen de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman in hun recente onderzoek Participatie vanaf de zijlijn (november 2024). Ze constateren dat jeugdigen meestal onvoldoende gehoord worden in (de toegang tot) de jeugdhulp. Daarmee worden niet alleen de kinderrechten geschonden, maar ook de problemen in en met de jeugdhulp groter gemaakt. Onacceptabel volgens hen en met hen vele anderen.
In hun samenvattende conclusies noemen ze een aantal dimensies van jeugdparticipatie: direct invloed kunnen hebben; gehoord en gezien worden; participatie als kinderrecht.
In dit themanummer Dimensies van jeugdparticipatie komen praktijk, theorie, verwachtingen en vooral bevlogenheid en ambities naar voren over het stem geven aan kinderen en jongeren.
Dorien Graas interviewde Bas Rodijk die zich, in allerlei werkverbanden, met hart en ziel inzet om kinderen en jongeren een podium te geven om hun stem te laten horen. Als kind grotendeels opgegroeid in residentiële jeugdvoorzieningen, ontleent hij zij n inspiratie daarvoor aan zijn eigen ervaringen. Zowel hij als de diverse auteurs in dit nummer benadrukken dat het recht op jeugdparticipatie duidelijk is vastgelegd in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), maar veel te weinig wordt nageleefd; dat volwassenen vaak te weinig vertrouwen hebben in de wil en het vermogen van jeugdigen zelf om dat recht uit te oefenen. Ze benoemen wat daaraan schort en hoe het anders kan. Participatie in echte zin krijg je in elk geval niet, als je jongeren daarvoor zomaar eventjes – als het beleidsmatig schikt – laat optrommelen; daarover gaat ook een mooie column van Charlotte Vissenberg. Maar hoe dan wel?
Marlinde Melissen en Marjolein Verbercht laten zien, aan de hand van een onderzoek onder ruim duizend jeugdigen, dat kinderen en jongeren ook over complexe maatschappelijke vraagstukken (zoals armoede, uitsluiting, oorlog) graag meedenken en er iets aan willen doen. Marianne Welmers van de Poll en Niko Vegt beschrijven een aanpak waarin kinderen bij dergelijke grote kwesties hun eigen creatieve ontwerpen bedenken, en ter inspiratie aan gemeenteambtenaren presenteren.
Geeske Strating vertelt hoe participatief jeugdonderzoek zeggenschap kan geven aan jongeren. Dat doet zij zelf al 22 jaar, geïnspireerd door haar eigen deelname als tiener aan dit soort onderzoek. Jongeren kunnen daarbij actieve partners zijn in het hele onderzoeksproces, inclusief bij behorend gesprekken met beleidsmakers of bestuurders. Hoofdzaak is hier het scheppen van wederzijds vertrouwen: bij volwassenen in de inbreng van jeugdigen, en bij jongeren het vertrouwen dat er echt wat met hun inbreng gebeurt. Daarbij blij ken jongeren evengoed te begrijpen dat er grenzen zij n aan hun invloed, en die van beleidsmakers en bestuurders.
Bob Horjus en Annemiek van Vliet beschrij ven hoe er vanuit Stichting Vreedzaam, op scholen en in de wijk, gewerkt wordt aan democratische jeugdparticipatie. Er is een participatieladder ontwikkeld, waarin ‘meebeslissen’ en ‘zelf organiseren’ op de hoogste trap staan; louter ceremoniële (‘voor de vorm’) participatie bungelt onderaan. Maartje van Dijken illustreert dit ook treffend vanuit ervaringen met leerlingparticipatie.
Waarom het naleven van kinderrechten voor pedagogisch werk een even noodzakelijke als gecompliceerde opdracht is, wordt secuur uitgelegd door Susanne Höfte. Hoe past dat in de puzzel van de beroepsidentiteit? Zie ook de Warm Aanbevolen van Loes Houweling over een boek dat aspecten in die identiteitsontwikkeling analyseert, met haar kanttekeningen over pedagogische dimensies daarin. En zie het pleidooi van Taco Visser en Bert Wienen om de beroepsidentiteit van leraren (‘zij zijn geen psychologen’) sterker onderwij spedagogisch te duiden. Over de overeenkomsten of verschillen in die benaderingen valt boeiend te delibereren.
Bij de diverse animerende rubrieken verschijnt ook een nieuwe: Mediamomenten, waarin Nick van Hummel nu films beetpakt. Van de fenomenale Kunststukjes waar we bij na vijf jaar van konden genieten, voorvloeiend uit het werk van ‘juf op school’ Jorie Wieriks, verschij nt in dit nummer helaas de laatste aflevering. Overigens zet Jorie haar werk vrolijk door. Tot troost van PiP-lezers: er gaat een mooie andere kinderkunstrubriek op volgen.
Met oog voor jeugdparticipatie in al haar dimensies zien we de stem van kinderen en jongeren veelvormiger tot uiting komen, dan wanneer we ze letterlijk laten spreken in onze volwassenenwereld. Kinderen en jongeren uiten zich op allerlei creatieve manieren, hun stem kan in van alles klinken, van kunst tot burgermeesterschap of gewoon op een inspraakavond. Voor volwassenen is het de kunst hun een podium te blijven geven.