De pedagogiek onderscheidt zich van de ontwikkelingspsychologie door het gegeven dat reflectie op pedagogisch-normatieve vraagstukken een onmisbare kern is van de identiteit van het wetenschapsgebied pedagogiek. Dit is zoals het was en zou moeten zijn. De werkelijkheid ontwikkelt zich echter in tegengestelde richting. Willen we niet alleen de wijsgerige pedagogiek maar ook de pedagogiek als zelfstandige wetenschap behouden, dan is het mijns inziens de hoogste tijd om de band tussen pedagogische normativiteit en publieke redenen te herstellen. Dat moet gebeuren op twee manieren: voorwaardelijk en inhoudelijk. In deze bijdrage beperk ik me tot een behandeling van voorwaardelijke kwesties. Ik wil vier dingen doen. Eerst zal ik uiteenzetten waarom de pedagogische wetenschap q.q. een normatieve component heeft, en waarom dat betekent dat de wijsgerige pedagogiek niet alleen een extern onderzoek behelst naar de grondslagen van pedagogische wetenschappen en praktijken aan de rand van de pedagogiek, maar ook een reflectie op pedagogische idealen, doelen en normen in de pedagogiek zelf. Daarna wil ik kort iets zeggen over de redenen en oorzaken waarom het niet meer is, zoals het zou moeten zijn. In de derde plaats zal ik de relatie tussen pedagogische normativiteit en publieke redenen aan de orde stellen. En ten slotte stel ik een objectie tegen deze benadering aan de orde.