‘Je moet doen wat je zelf wilt’, is het gevleugelde opvoedersadvies aan kinderen en jongeren die voor belangrijke beslissingen staan. Maar is dat wel zo eenvoudig? En hoe komen ze er eigenlijk achter wat ze willen? Filosoof Menno de Bree zoomt in op een aantal vragen en dilemma’s rondom de menselijke wil.
Dit essay, dit probeersel, bestaat uit drie delen. In het eerste deel laat ik zien dat opvoeden – en helpen daarbij – niet kan zonder normatieve ideeën over wat de doelen van opvoeding zijn. De belangrijkste hiervan, het idee dat opvoeding moet leiden tot mensen die hun leven kunnen leiden aan de hand van hun eigen wil, bespreek ik in het tweede deel. De consequentie daarvan is dat een opvoeder vooral begeleidt, niet voorschrijft. In het derde deel morrel ik wat aan dat idee van het primaat van de wil. Dat primaat lijkt me niet zo onproblematisch als vaak wordt gedacht.
Mensen willen meestal niet ‘normatief’ zijn. Hulpverleners al helemaal niet. Het al dan niet omzwachteld opdringen van jouw waarden en normen aan patiënt of cliënt geldt als een professionele doodzonde. Daar moet je je verre van houden. Kwesties over goed en kwaad, daar moet iedereen zelf over kunnen besluiten, en dat besluit heb je als hulpverlener te respecteren – wat dan meestal inhoudt dat je er het jouwe van denkt, die gedachten voor je houdt, en verder handelt in lijn met de wens van je cliënten.