Afgelopen zomer was Inside Out 2 (2024) onderwerp van gesprek bij veel jeugdprofessionals. Ik kon me niet herinneren dat er eerder zoveel aandacht was voor de pedagogische waarde van zo’n mediaproductie. Maar dat had ik mis.
Begin juni 2024 haalde de film waarin emoties de hoofdrol spelen het op een na beste openingsweekend voor een animatiefilm in de VS ooit. Ook in Nederland bleef het succes niet uit.
Het ging bovendien gepaard met veel positieve aandacht voor hoe de film voor zowel ouders en professionals een hulpmiddel zou kunnen zijn bij gesprekken over bij voorbeeld de puberteit. Deze aandacht voor de pedagogische waarde van popcultuur is niet nieuw. Alleen vangt het negatieve meestal de aandacht. Bij voorbeeld de ophef die – voornamelijk in de VS – ontstond over het casten van een zwarte actrice voor de rol van Ariël in de live-actionversie van Disneys De kleine zeemeermin (2023). Amper iemand repte nog over de verhaaltechnische veranderingen: in deze remake verlaat Ariël de oceaan niet meer alleen voor een prins, maar vooral voor haarzelf en haar eigen onafhankelijkheid. De prins werd bij zaak. Positieve aandacht was er heel even toen er op sociale media filmpjes te zien waren van kinderen die zich – eindelijk – herkenden in het uiterlijk van de Disneyprinses.