Klanken zijn de bouwstenen van taal, en in zowel de mondelinge als de schriftelijke taalontwikkeling speelt klankbewustzijn een belangrijke rol. Bij zowel het leren praten als het leren lezen is het van belang om stapsgewijs én spelenderwijs te werken aan klankbewustzijn.
Wat is klankbewustzijn?
Klankbewustzijn wordt ook wel fonemisch bewustzijn genoemd: het besef dat woorden uit klanken (of fonemen) bestaan. Het betekent dat een kind in staat is afzonderlijke spraakklanken in woorden te herkennen en samen te voegen. Jonge kinderen leren woorden eerst vanuit betekenis. Zo leren zij bijvoorbeeld dat een konijn een klein zacht dier is met lange oren. Later pas realiseren ze zich dat ‘ko-nijn’ bestaat uit twee stukjes (lettergrepen) en begint met de klank /k/. Het kind kan dan de betekenis van het woord loslaten en richten op de vorm van het woord. Dit besef groeit vanaf het derde levensjaar en noemen we het fonologisch bewustzijn.
Klanken en het leren praten
Naarmate kinderen opgroeien, ontdekken ze steeds meer verschillende klanken en leren ze die te gebruiken in woorden. Eigenlijk leren kinderen klanken vanzelf, net zoals zij taal vanzelf leren, simpelweg door te luisteren naar de taal om hen heen, en hiermee actief aan de slag te gaan. Een jong kind spreekt ook niet direct alle woorden goed uit. Een woord als ‘paard’ wordt misschien eerst wel uitgesproken als /taat/ of /paat/. Tot een bepaalde leeftijd zijn veel van deze ‘spraakfoutjes’ normaal, want het kind is volop aan het oefenen. De omgeving speelt hierin een belangrijke rol. Ten eerste om het kind te bevestigen en aan te moedigen, ten tweede om het kind vooruit te helpen en een juist voorbeeld te geven ‘Ja een paard, het is een paard!’ Door je taalaanbod aan te passen kan het kind makkelijker de informatie oppikken die het nodig heeft om zich verder te ontwikkelen.
Hoe leer je een klank?
Wanneer een kind een klank aan het leren is, wordt er in het brein een klankrepresentatie aangemaakt. Er wordt informatie over de klank verzameld, over eigenschappen van de klank, die e klank betekenis-onderscheidend maakt. Uit de taal die een kind hoort, gaat het patronen herkennen, en regels, waaronder ook klankregels. Het verzamelt verschillende informatie over een bepaalde klank. Middels feedback (vanuit de omgeving en zichzelf) wordt de informatie steeds verfijnder en correcter.
De auditieve info is daarbij voor veel kinderen leidend, door te luisteren en te imiteren leren zij de meeste klanken en klankregels toe te passen. Maar het brein slaat ook sensorische en motorische informatie op; hoe voelt het en welke mondspieren worden geactiveerd?