Het krijgen van kinderen is in Nederland nauwelijks aan regels gebonden. De overheid bemoeit zich daar niet mee, bevordert het niet, maar gaat het ook niet tegen. De terughoudendheid verdwijnt zodra een kind geboren wordt of levensvatbaar ter wereld zou kunnen komen. Vanaf dat moment wordt het ouderschap een meer dan individuele verantwoordelijkheid en beschermt de overheid namens de samenleving ook de ontwikkeling en het welzijn van het kind. In het uiterste geval kan de overheid in het belang van het kind de ouders ook uit de ouderlijke macht ontzetten. Zo ver komt het gelukkig zelden. Voor de overgrote meerderheid van de ouders en de kinderen is de overheid de instantie die ervoor zorgt dat het kind naar school kan, op het consultatiebureau gezien wordt, een plaats heeft in de kinderopvang en kan sporten en spelen. Ouders hebben bovendien recht op kindertoeslag, maar weer niet het recht om hun jonge kinderen van school weg te houden en voor zich te laten werken. De bemoeienis van de overheid met kinderen breidt zich nog steeds uit. De leerplicht wordt langer, binnenkort tot achttien jaar, en begint vroeger, nu al vanaf het vierde jaar. De regels ter bescherming van de gezondheid en het welzijn van kinderen zijn aangescherpt. De verkoop van alcohol en tabak aan jongeren onder de zestien jaar is verboden en seksueel contact met jongeren onder die leeftijd wordt nu als een ernstiger misdrijf gezien dan enkele decennia geleden. Tegelijkertijd worden jongeren ook meer in de gelegenheid gesteld hun stem te laten horen wanneer de ouders besluiten uit elkaar te gaan.
Niet minder dan zes ministeries, van Onderwijs en Justitie tot Volksgezondheid en Sociale zaken, hebben direct bemoeienis met de positie van kinderen en jongeren in de samenleving. Rijk, provincie en gemeente hebben elk ook weer een eigen verantwoordelijkheid. Op het moment dat school, kinderbescherming en jeugdzorg zich elk met een bepaald kind of gezin moeten gaan bezig houden, blijkt dan vaak dat al die verschillende verantwoordelijkheden niet goed op elkaar zijn afgestemd.