De afgelopen jaren is het algemene jeugdbeleid in Nederland steeds meer de verantwoordelijkheid van gemeenten geworden (Regie in de Jeugdzorg, 1994; BANS 1999; 2001). Onder algemeen jeugdbeleid wordt meestal verstaan het jeugdbeleid voor jongeren van tot 23 jaar, dat niet gericht is op bepaalde risico’s, risicogroepen of probleemgroepen (Hermanns & Montfoort, 2007). Te denken valt aan het jeugd- en jongerenwerk, buurthuiswerk, speeltuinen, kinderopvang en peuterspeelzalen. Vanaf de jaren negentig hebben gemeenten er steeds meer taken bij gekregen, zoals in het onderwijsbeleid bijvoorbeeld onderwijshuisvesting, onderwijsachterstandenbeleid en voor- en vroegschoolse educatie. Ook kreeg de gemeente een regionale meld- en coördinatiefunctie voor vroegtijdig schoolverlaten en vroegtijdige signalering van problemen. Naast meer onderwijsbeleidstaken heeft de gemeente eveneens meer verantwoordelijkheden gekregen voor de jeugdgezondheidszorg, de openbare orde en veiligheid (criminaliteit en overlastbestrijding) en voor arbeidstoeleiding en uitkeringenbeleid (Van Montfoort, 2007). Een recent voorbeeld van algemeen jeugdbeleid, dat eveneens preventief is, is het plan voor een Elektronisch Kinddossier. Van alle kinderen worden mogelijke risicofactoren geregistreerd met het doel problematische situaties te voorkomen en op tijd in te grijpen.