Interview - Hanske Douwenga en Sophie Vermaning

Interview - Hanske Douwenga en Sophie Vermaning

Productgroep PIP 137
3,95
Gratis voor abonnees.

Omschrijving


Pedagogen hoor je veel te weinig in het publieke en politieke debat, waarin zij juist nodig moeten opkomen voor het belang van het kind. Dat motiveerde Hanske Douwenga en Sophie Vermaning om, met andere pedagogen, in 2022 het Pedagogisch Collectief te starten. Saskia van Oenen interviewde hen over hun drijfveren, de activiteiten in dit collectief, en hun visie op het in 2023 verschenen Sectorplan voor de Hogere Sociale Studies dat die studies ook beter wil opschudden.

Jullie willen met het Pedagogisch Collectief het sociaalpolitieke bewustzijn aanwakkeren. Hoe strookt dat met het intussen verschenen Sectorplan voor de Hogere Sociale Studies, dat de identiteit van sociaal professionals als ‘sociaal veranderaar’ wil versterken?
Hanske: Het sluit zeker aan bij de sociaal-politieke rol en bij de identiteit van sociaal professionals, waar wij ook voor staan. In de uitwerking daarvan is het wel wat voorzichtiger dan waar wij als collectief op koersen. Ik mis de radicalere kritiek die je bij voorbeeld vindt in Sharon Stellaards proefschrift over ‘boemerangbeleid’, hoe we maar blijven doorbouwen op bestaande beleidspatronen, zodat de knelpunten daarin ook steeds terugkeren; kiezen blijven vullen zonder te kijken hoe de gaatjes erin komen.
Sophie: Dat sectorplan laat wel goed zien dat we nu onze identiteit kwijt zijn. Als sociaal werkers nemen we alle troep van de samenleving op ons, proberen die weer op de rails te krijgen: in plaats van zelf na te denken waar we eigenlijk voor staan. En wij als pedagogen hebben, meer dan in ander sociaal werk, vooral ook te staan voor de preventieve kant van de zaak, versus het curatieve dat nu zo overheerst. Sterker nog, eerder gold voor pedagogisch werk de drieslag algemeen-preventief-curatief. Er zijn ook wel pogingen om dat algemene, opvoeding in positieve zin, weer voorop te stellen. ‘Positief jeugdbeleid’ heette dat bijvoorbeeld zo’n vijftien jaar geleden, en nu weer ‘de pedagogische basis’. Maar wat staat dat toch steeds in de weg, denken jullie?
Sophie: Het beleid in alles is op snelle resultaten gericht, en dat past niet bij die basale algemene pedagogiek. Daar gaat het immers om langdurige ontwikkelingsprocessen, met voortdurend momenten om op bij te sturen. Resultaten op de langere termijn zijn in de huidige samenleving niet aantrekkelijk – je maakt er geen carrière mee. Om ergens geld voor te krijgen moet je altijd aantonen wat het op korte termijn oplevert, aan geld of bezuinigingen. Ook in opleiding en onderwijs is dat richtinggevend, met alle nadruk op snelle resultaten via methodisch-vooropgezette interventies. 
Hanske: Dat maakt het zo moeilijk om respect en geld te krijgen voor pedagogisch werk, waarin meetbare resultaten en direct rendement zoveel moeilijker zijn te benoemen. Daarom ontbreekt het de pedagogische sector ook aan lobbyisten die de politiek beïnvloeden, en dat is echt bizar. Want opvoeding – niet alleen in gezin, maar juist ook in kinderopvang, onderwijs, jeugdwerk – is zo’n belangrijk fundament voor de samenleving.