Jeugdzorgwerkers belanden tegenwoordig eerder op de drempel van de ge- zinsfeer, maar worden daar geconfronteerd met morele dilemma’s waar- voor geen eenduidige oplossing is. Om ernstiger problemen te voorkomen moeten zij vroegtijdig signaleren dat er iets mis zou kunnen zijn. Dat is nadrukkelijk het streven in het huidige overheidsbeleid, zowel op centraal als op lokaal niveau.1 Deze ontwikkeling van meer overheidsbemoeienis in de privésfeer en een sterkere preventieve en op interventie gerichte aanpak zien we op verschillende maatschappelijke terreinen, maar vooral ook in opvoedingssituaties.2 Een aanpak die niet altijd verenigbaar is met de gang- bare ethiek van de hulpverlener van deze beroepsgroep.