In dit artikel wil ik nagaan welke samenhang er bestaat tussen het streven naar een professioneel statuut voor leraren door de Algemene Onderwijs- bond (AOb) en de beroepsethiek van professionals.1 Allereerst wordt ingegaan op de vraag, hoe de AOb tot het idee van een- professioneel statuut is gekomen en hoe vervolgens verschillende actoren in het onderwijsveld en uiteindelijk de minister op dit idee hebben gere- ageerd. De reacties zijn in 2008 geculmineerd in een convenant tussen de minister, de werkgeversorganisaties en onderwijsvakbonden over verbete- ring van de positie van leraren. In dit convenant is vastgelegd dat het be- grip ‘professionele ruimte’ in de onderwijswetgeving zou moeten worden gewaarborgd. Tot slot wordt ingegaan op de vraag waarom het vastleggen van de positie van leraren en de professionele ruimte in een professioneel statuut, alles te maken heeft met beroepsethiek en het thema van deze bundel ‘code en karakter’.