Bij opvoedproblemen komt vaak ter sprake hoe ouders zelf groot zijn geworden. Is het beeld van hun jeugd negatief, dan is de kans groot dat zij geen beroep doen op de grootouders bij het grootbrengen van hun kind. Een moeizame ouder-kind relatie lijkt zo een vervolg te krijgen in een moeizame grootouder-, ouder-, én grootouder- kleinkindrelatie. Maar is dit wel zo’n onomstotelijk, causaal verband? Of zijn er momenten, waarop relaties nieuwe kansen krijgen en zou de hulpverlening meer oog kunnen hebben voor deze momenten en deze leren te gebruiken?
Nieuwsbrief Pedagogiek Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Pedagogiek Digitaal en blijf op de hoogte!