Gelukkig komen er steeds meer goede ideeën over hoe te evalueren in het basisonderwijs. De aanhoudende kritiek op het te veel toetsen van leerlingen zorgt ervoor dat zowel in de praktijk als in de wetenschap meer aandacht komt voor formatief evalueren. Hierbij krijgen leerkrachten en leerlingen samen de ontwikkeling in beeld en verbinden ze leerprocessen inzichtelijk aan leerdoelen en concrete vervolgactiviteiten. Bea Pompert beschrijft in dit artikel hoe dat eruit kan zien in de praktijk en wat dat vraagt van de leerkracht en de leerlingen.
In groep 7/8 van leerkracht Laurens wordt gewerkt aan het thema ‘Survivallen doe je samen’. Laurens start met het maken van een halfopen planning voor een themaperiode van zes weken. Halfopen, omdat hij zijn leerlingen kansen wil geven op hun eigen inbreng en gezamenlijke verdieping. Welke ervaringen, ideeën en interesses maken het thema betekenisvol voor de groep? Halfopen, omdat het ontwerp voorzien wordt van doelen die Laurens belangrijk vindt. Betekenissen van leerlingen en doelen van de leerkracht komen bij elkaar.
Bij een brede bedoeling als leren samenwerken denkt Laurens aan samen beslissen, solidair zijn met elkaar en elkaar helpen. Kritisch en aandachtig handelen en daarbij onderzoekend te werk gaan komen ook aan bod. Specifieke wereldkennis, zoals geografische kennis over landschappen en klimaten en natuurlijke omstandigheden en de planten- en dierenwereld horen bij de gestelde doelen. Doelen voor taal worden genoteerd, zoals motivatie voor het lezen van complexe, informatieve teksten, en het kunnen vergelijken van verschillende schriftelijke bronnen om daarna een betogende tekst te schrijven. Deze doelen worden verbonden aan de thematische onderzoeksactiviteiten.
Een spannend verhaal als uitgangspunt
Nu het ontwerp klaar is, kan het thema de klas in. De leerkracht leest voor uit het boek Neergestort van Gary Paulsen. Een spannend verhaal over een jongen die door een ongeluk met een privévliegtuigje moederziel alleen in een dicht woud in Canada belandt. Hij moet zijn angst beheersen en zien te overleven. Laurens organiseert gesprekken over de gebeurtenissen in het verhaal. Er komen vragen aan bod: wat zou jij moeilijk vinden, wat zou jij doen, wat zou je moeten leren?