Idealen geven richting en betekenis aan iemands leven, zo stelt Doret de Ruyter. Dit gaat zeker op voor prof. Leon van Gelder (1913-1981), een van de grondleggers van de onderwijskunde en wel een voorman van de onderwijsvernieuwing genoemd. Dit icoon in de onderwijskunde is met name van belang geweest voor de vernieuwing van het voortgezet onderwijs. Hij begon, als vele onderwijskundigen van de eerste generatie, als onderwijzer en werd uiteindelijk, in 1964, benoemd tot hoogleraar pedagogiek. Van Gelder wordt vaak omschreven als een imponerende, wat autoritaire persoonlijkheid, die vanuit een maatschappelijke betrokkenheid met enthousiasme en overredingskracht via een uitgebreid onderwijskundig en maatschappelijk netwerk een stempel gedrukt heeft op een onderwijskundige generatie.
Van Gelder had een ideaal. Hij wilde een rechtvaardiger samenleving en het onderwijs zou daaraan een bijdrage kunnen leveren. Daartoe wilde Van Gelder het stelsel wijzigen, met name door de invoering van een schooltype dat moest gaan fungeren als de onderbouw van het gehele voortgezet onderwijs: De middenschool. De middenschool werd gezien als middel om het traditionele, elitair geachte onderwijssysteem waarbij leerlingen vroeg werden geselecteerd en verdeeld over schooltypen (het ‘zuilsysteem’) om te bouwen tot een horizontaal systeem waarmee gelijke kansen werden nagestreefd. Van Gelder had een belangrijke stem in de ontwikkeling van dit concept, hetgeen tot uitdrukking komt in de naamgeving van wat wel met enige voorzichtigheid betiteld zou kunnen worden als de enige overgebleven middenschool, de Leon van Gelderschool, die niet toevallig in Groningen staat.