Van kids tot kindekens, van Aziatische prinsjes tot de eigenwijze snottebellen uit de Randstad: kinderen zijn overal en altijd de trots van hun ouders. De idealen die op kinderen worden geprojecteerd, zeggen veel over de tijd en cultuur. Moet je kinderen vrijlaten of strak houden? Opvoeden tot vrije geesten of tot gedisciplineerde burgers?
Het ideaalbeeld van opvoeding verschilt tussen culturen. Alle ouders wensen hun kinderen het beste toe. De manieren om dat te bereiken lopen uiteen. Hoe groot is de invloed van de Koran voor islamitische ouders? Hoe zit het in Japan met de verhouding tussen traditie en moderniteit? In China geldt een eenkindpolitiek, hoe is dat voor het kind? Hoe is het om een jongen of meisje te zijn in India? In Nederland wonen gezinnen met verschillende achtergronden bij elkaar in een wijk. Wat kunnen zij van elkaar leren?
Behalve het culturele, komt ook het historisch perspectief aan de orde. Door de historische wortels van opvoeding te bestuderen, zien we waar onze opvoedingsideeën vandaan komen. Ideaalbeelden geven even zoveel verhalen over wat een goede opvoeding is. De pedagogische wetenschap bestudeert wetmatigheden en unieke fenomenen die zich tijdens de opvoeding voordoen. Interessant is hoe deze zich verhouden tot de vele populaire en professionele opvoedingsadviezen. Over de theorie en praktijk van opvoedingsprocessen gaan de lezingen die in dit boek zijn opgenomen: op zoek naar het vergelijkbare en het unieke van opvoeding in tijd en cultuur.
De relatie tussen de wereldgeschiedenis en de geschiedenis van de kindertijd bevindt zich nog in de verkenningsfase. Er is maar weinig wereldgeschiedenis, waarin veel aandacht wordt besteed aan de kindertijd. Een enkele keer wordt er een verwijzing naar gemaakt onder het kopje ‘opvoeding’ (meestal in de negentiende eeuw, waarbij er vooral aandacht werd geschonken aan het Westen). Historici die zich bezighouden met de kindertijd willen op hun beurt de geografische reikwijdte verbreden, maar er blijft een kloof bestaan tussen de uitingen van belangstelling en daadwerkelijke activiteiten (Fass, 2007). Er zijn slechts twee boeken die serieus ingaan op de wereldgeschiedenis van de kindertijd, maar vanwege het ontbreken van ondersteunend onderzoek geven zij hooguit een oppervlakkige beschrijving (Colon, 1999).
Opvoeden moet. Dat is de rode draad door de pedagogische geschiedenis van Nederland. Deze morele verplichting voor ouders, en voor de samenleving, werd in Nederland sinds 1905, bij de invoering van de kinderbeschermingswetten, bij wet vastgelegd. Toen werd opvoeden in het belang van het kind een wettelijke plicht. Opvoeden in het belang van het kind is een pedagogische ambitie: de vaste wil om kinderen op te voeden met een helder omschreven doel voor ogen. Pedagogische ambities vormden in de geschiedenis voor vele generaties de motor achter belangrijke pedagogische activiteiten, zoals cultuuroverdracht, pedagogisch toezicht en pedagogische regulering.
Dit hoofdstuk is geen positief bericht over Japan en kinderen in Japan. Het maakt duidelijk dat Japanse kinderen tot de eenzaamste, meest gedeprimeerde en passief- ste van de wereld behoren. Het maakt duidelijk dat Japan over haar hoogtepunt van tweede economie van de wereld heen is. Het gaat in op het Japanse schoolsysteem, dat helaas zeer competitief is, veel stress bij kinderen veroorzaakt en bovenal niet het kritisch denken stimuleert.
Mijn grootvader van mijn moeders kant was de Raj Purohit (de hogepriester) van het kleine prinselijke staatje Mainpuri in het noorden van India dat in de Britse tijd de Verenigde Provincies (het tegenwoordige Uttar Pradesh) werd genoemd. Het Mainpuridistrict was berucht omdat het het hoogste aantal infanticides van meisjesbaby’s kende. Mijn moeder, het enig overlevende kind van haar ouders, werd uitgehuwelijkt toen zij 16 was. Zes jaar nadat zij als bruid het ouderlijk huis had verlaten kwam zij terug voor de geboorte van haar eerste kind. Iedereen, en met name haar moeder, hoopte dat er eindelijk een mannelijke telg geboren zou worden. Toen de geboorte steeds dichterbij kwam, werd de sfeer zo geladen als de geweren van de wachters aan de poort die klaarstonden om de 21 saluutschoten af te vuren om te vieren dat er eindelijk een jongetje geboren was in het huis van de hogepriester van Mainpuri. En toen werd het kindje gebor
Dit hoofdstuk gaat over vrede, althans over het tegendeel van haat en dehuma- nisering, en over de vraag of we daar als ouders, onderwijzers en pedagogen iets aan kunnen bijdragen. Het bevorderen van vrede, het klinkt paradoxaal, gaat over het bestrijden van een keiharde werkelijkheid waarin haat, dehumanisering en collectief geweld aan de orde van de dag zijn. Voordat je kunt bedenken hoe je via opvoeding aan de preventie daarvan kunt bijdragen, moet je eerst een beeld hebben van de contexten en mechanismen waarin al dat ‘kwaad’, zoals Hannah Arendt (1945/1994) het terecht aanduidt, ontstaat.
De ambitie om de geschiedenis van opvattingen over kinderen wereldwijd te wil- len overzien, is erg hoog gegrepen. Er zijn diepgaande culturele verschillen, his- torische contexten die verschillen, en lokale omstandigheden die onvergelijkbaar zijn. Het enige houvast is de moderniteit uit het Westen. Moderniteit die na de Verlichting leidde tot industrialisatie en urbanisatie en ingrijpende effecten had op de aard van de kindertijd (Stearns, 2006). Het gaat te ver om te doen alsof in de gehele wereld die modernisering is overgenomen, maar vanuit het oogpunt van vergelijkende studie bieden een aantal kenmerken van de westerse moderniteit wel degelijk houvast. In het volgende beschrijven we kort wat modernisering van de kindertijd in het Westen inhoudt om tegen die achtergrond de hoofdstukken van dit boek te plaatsen.
Van kids tot kindekens, van Aziatische prinsjes tot de eigenwijze snottebellen uit de Randstad: kinderen zijn overal en altijd de trots van hun ouders. De idealen die op kinderen worden geprojecteerd, zeggen veel over de tijd en cultuur. Moet je kinderen vrijlaten of strak houden? Opvoeden tot vrije geesten of tot gedisciplineerde burgers?
Het ideaalbeeld van opvoeding verschilt tussen culturen. Alle ouders wensen hun kinderen het beste toe. De manieren om dat te bereiken lopen uiteen. Hoe groot is de invloed van de Koran voor islamitische ouders? Hoe zit het in Japan met de verhouding tussen traditie en moderniteit? In China geldt een eenkindpolitiek, hoe is dat voor het kind? Hoe is het om een jongen of meisje te zijn in India? In Nederland wonen gezinnen met verschillende achtergronden bij elkaar in een wijk. Wat kunnen zij van elkaar leren?
Behalve het culturele, komt ook het historisch perspectief aan de orde. Door de historische wortels van opvoeding te bestuderen, zien we waar onze opvoedingsideeën vandaan komen. Ideaalbeelden geven even zoveel verhalen over wat een goede opvoeding is. De pedagogische wetenschap bestudeert wetmatigheden en unieke fenomenen die zich tijdens de opvoeding voordoen. Interessant is hoe deze zich verhouden tot de vele populaire en professionele opvoedingsadviezen. Over de theorie en praktijk van opvoedingsprocessen gaan de lezingen die in dit boek zijn opgenomen: op zoek naar het vergelijkbare en het unieke van opvoeding in tijd en cultuur.