Themanummer interventies
Seksueel misbruik. Er is de laatste jaren veel begripsverwarring gekomen over dit thema. In dit artikel gaat het over seksueel misbruik bij kinderen door een bekende dader, meestal een familielid of goede huisvriend. Vroeger ook wel incest genoemd.
“Sorry voor de zooi. Het is me niet gelukt om het huis op te ruimen. Maar het loopt me ook allemaal over de schoenen.” Vera staat in de deuropening van haar huis. Ik kijk onwillekeurig naar haar schoenen. Het zijn teenslippers. Met haar linkerhand veegt ze een lok voor haar ogen weg. De andere hand, met sigaret tussen de vingers, wappert min of meer in de richting van een opgewekte vrouw die het tuinpad opgelopen is.
Dit artikel is bedoeld als bijdrage bij het vinden van een oplossing voor de impasse waarin de (jeugd)hulpverlening terecht is gekomen. Het heeft geen zin om iemand of een instantie de schuld te geven. We zijn erin verwikkeld geraakt. De hulpverleners zijn beperkt in hun handelen door de protocollen; de wetenschap kan ‘evidence-based’ niet écht vormgeven, los van het tekort aan geld voor onderzoek; de zorgverzekeraars zijn misleid over de wetenschappelijke waarde van ‘evidence-based’ en koppelen vergoeding aan schijnbaar vast te stellen classificaties en behandelingen; de overheid probeert de wetenschappelijke schijnwerkelijkheid en wat leeft in de maatschappij vorm te geven in beleid. Allemaal betrokken, goed bedoeld en gedreven.
De grafische dossieranalyse (GDA)
Hoe behulpzaam het ook leek om gedrag te diagnosticeren; het zijn de classificatie en de daarbij behorende diagnose die het zicht op het kind als geheel en het zicht op de levensloop en diens gevolgen, ontneemt. Zo ontstaat een tunnelvisie. Het is van doorslaggevend belang om alle factoren te overzien, en gedrag te plaatsen in de context waar het is ontstaan.
Met de methode van de grafische dossieranalyse (GDA), wordt het leven van het kind in beeld gebracht en worden alle personen, gebeurtenissen en gedragingen chronologisch exact in één overzicht
samengebracht. Hierdoor ontstaat een perspectief vanuit het kind en wordt het gemakkelijker om zich een realistisch en omvattende voorstelling te maken van het kind en diens leven. Objectiviteit en volledigheid zijn daarbij wezenlijke criteria, zodat interpretaties en analyses op de werkelijkheid plaatsvinden. Ook wat niet bekend is wordt genoteerd, met een vraagteken, waardoor de beperktheid van een conclusie zichtbaar wordt. Alles wordt op één vel papier (A3) in kaart gebracht. In één oogopslag wordt de levensloop duidelijk, waar problemen zitten en hoe de contacten met zorgpersonen zoals ouders zijn geweest. De GDA maakt chronologische hypothesetoetsing mogelijk.
Velen hebben al geprobeerd dit te digitaliseren, maar de complexiteit van een mens laat zich digitaal niet vangen en handmatig, in samenwerking met de cliënt, wel.
Toen in 2001 Filosofie van de levenskunst verscheen van de Duitse wijsgeer Wilhelm Schmid, waren de reacties lovend. ‘Er waait een frisse wind door de filosofie. Zij keert terug op haar schreden en herinnert zich haar vergeten oorsprong.’
Biografisch werken of biografisch coachen
Een van de mogelijkheden om de levenskunst concreet in praktijk te brengen is het biografisch werken: een methode waarin de levensloop en het eigen levensverhaal alle aandacht krijgen. Door het werken met deze thema’s worden de kansen versterkt om meer grip op het eigen leven te krijgen, de individuele mogelijkheden te onderzoeken, maar vooral te ontwikkelen. Het is zeker te danken aan het specifieke karakter dat deze methodiek in de laatste decennia in allerlei varianten voor evenzovele doelstellingen is ingeburgerd. We komen deze werkwijze tegen onder diverse namen zoals biografische consultatie, biografiecounseling, biografiek, levensloopkunde en de laatste tijd ook onder de naam biografisch coachen.
De werkgebieden waarbinnen deze methodiek steeds meer wordt omarmd en toegepast zijn de agogische en therapeutische beroepen, het onderwijs en het vormingswerk. Binnen het domein personeel en
organisatie zijn de thema’s levensloop en loopbaan belangrijke onderwerpen, in het kader van loopbaanbegeleiding en carrièreplanning, maar ook bij outplacement en re-integratie. Door middel van leeftijdsbewust personeelsbeleid, verdiepen werkers zich in kennis en vaardigheden rond levensloopthema’s.
De ggz kent al een lange traditie in het omgaan met het levensverhaal bij lief en leed. Het biografisch werken is intussen geïntegreerd als een geheel eigen werkwijze in verschillende sociaalpedagogische
beroepen en een boeiend aspect geworden binnen dit vakgebied.