Lectoren Stijn Sieckelinck en Femke Kaulingfreks deden onderzoek naar pedagogische praktijken waar jongeren die zich vervreemd voelen van de samenleving positief worden benaderd en betrokken. Ze schreven er een boek over. De titel, Speelruimte voor identiteit, geeft het centrale thema al ongeveer aan. We spraken hen over pedagogische best practices in het werken met jongeren, wat de werkende principes daarvan zijn en wat we daaruit kunnen leren.
Een collectief opvangcentrum voor asielzoekers is een bijzondere omgeving waar veel mensen samenleven. In Vlaanderen is in het opvangcentrum een op de drie bewoners jonger dan achttien jaar. Kinderen op de vlucht hebben vaak al duizenden kilometers achter de rug voor ze in een opvangcentrum aankomen. Ze verlangen naar rust en routine, maar ook naar onbezonnen kind kunnen zijn en genieten van ontspanning en vrije tijd. Maar kan dat op collectieve woonplekken waar de basisaccommodatie niet op kinderen is afgestemd? Hoe kunnen we luisteren naar hun ervaringen en met welke pedagogische interventies kunnen we inspelen op hun actorschap?
Hoe moet na een scheiding de zorg verdeeld worden? Is een fiftyfifty-verdeling zoals co-ouderschap het beste? Veel ouders menen dat het zo in de wet staat, dus dan moet dat wel het beste zijn. Het gaat hier om een keuze met vergaande gevolgen voor veel kinderlevens. Maar wat zegt de wet eigenlijk? Wat zegt de wetenschap? En wat kunnen we vanuit de pedagogiek zeggen over co-ouderschap?
Op een aantal scholen wordt sinds enige tijd in het kader van het vak maatschappij leer met een jongerenrechtbank gewerkt. Daarbij spreken leerlingen recht over medeleerlingen. Zo’n aanpak is niet in het belang van de kinderen en past niet in onze rechtsstatelij ke traditie.
Binnen en buiten het jeugddomein schieten leernetwerken als paddenstoelen uit de grond, in allerlei varianten en onder allerlei titels. Zo zijn er kenniswerkplaatsen, expertisenetwerken en living labs. In dit artikel zoomen we in op een van die netwerken, het Regionaal Leernetwerk Jeugd Utrecht, en delen we onze geleerde lessen.
Inhoud PIP 126
06 ‘Je doet jongeren tekort als je identiteitsontwikkeling geen aandacht geeft’
12 Gedeelde zorg maakt… halve zorg? Over co-ouderschap na een scheiding
18 Geen jongerenrechtbank op school
28 Leernetwerken: belofte en spanningen
34 Vrije tijd van kinderen in een collectief opvangcentrum
40 Wat kinderen oppikken van de geschiedenis: over het belang van historische kennis
46 Wat weet je nog? Wat houd je eraan over?
& verder
3 Redactioneel 17 De casus 24 Kunststukjes 26 Generatie M 27 iPiP 33 Koops over onderzoek 45 Vergeten woorden, vergeten praktijken? 48 Warm aanbevolen 51 Agenda + Volgende keer + Service 52 Opvoeden op school
Hoewel er vaak geklaagd wordt over een gebrek aan historische kennis, is er goed beschouwd enorm veel aandacht voor de geschiedenis, van publieksboeken en documentaires tot historische films en romans, waar beroepsduiders als Maarten van Rossem en Herman Pleij ons graag wegwijs in willen maken. Maar wat pikken kinderen eigenlijk op van de geschiedenis? Wat leren ze van de geschiedenis? Op school, maar ook daarbuiten?
De aanblik van kinderen in oorlogssituaties roept altijd vragen op als: ‘Wat zullen ze zich ervan herinneren als het allemaal voorbij is?’ en: ‘Wat zullen ze eraan overhouden?’ In het kader van de 75-jarige herdenking van de bevrijding besteedden we al aandacht aan die vragen in ‘Eigen of geleende herinneringen’, het Redactioneel van PiP 116 in september 2020. Tegen de achtergrond van de nieuwe oorlog in Europa gaan we opnieuw terug naar herinneringen aan die vorige.