Deze bijdrage gaat in op hoe vrouw-zijn en vrouwenemancipatie als pedagogische concepten werden gedacht in vrouwenuitzendingen op de BRTN tussen 1954 en 1966. Met de classificatie van de vrouwenuitzendingen in de ‘Dienst Artistieke en Educatieve Uitzendingen’ van het NIR/BRTN, werden deze uitzendingen expliciet als educatief erkend en het opvoedingsproject voor vrouwen van dat van mannen onderscheiden. Hoewel de uitzendingen in het leven werden geroepen om de participatie van vrouwen te verhogen, werd de segregatie van mannen bijgevolg nog meer in de verf gezet. In deze bijdrage willen we op basis van een analyse van enkele uitzendingen, alsook van kijkersbrieven op zoek gaan naar de paradoxale effecten van dit emancipatorisch educatief project. Enerzijds werden vrouwen als groep in de algehele educatieve/culturele missie van de Belgische televisie geïntegreerd; anderzijds segregeerde deze a priori categorisering vrouwen als te onderscheiden groep. Ondanks het emancipatorische project werden aldus limieten ingesteld door vrouw-zijn te ‘sluiten’ in termen van een voorgesteld ideaal van ‘de geëmancipeerde vrouw’.