1. Welke aspecten van digitale geletterdheid zijn, bewust of onbewust, tijdens de coronaperiode ontwikkeld bij leerlingen volgens onderwijs- professionals?
Leerlingen hebben tijdens de coronaperiode vooral ict-basisvaardigheden ontwikkeld, zoals het omgaan met beeld- en spraaksoftware (MS Teams, Google Meet, Skype) en het werken in online samenwerkingsomgevingen. Opmerkelijk is dat deze vaardigheden worden genoemd als de meest ontwikkelde vaardigheden én de vaardigheden waaraan het leerlingen het meest ontbreekt. Hoe dan ook is er behoefte aan meer aandacht voor ict-basisvaardigheden van leerlingen. Doordat basisvaardigheden ontbreken, kan het gebeuren dat opdrachten vastlopen op het instrumentarium, waardoor de inhoud niet voldoende aan bod komt.
Aanbeveling: Gebrek aan ict-basisvaardigheden van leerlingen en docenten heeft tijdens
de scholensluiting tot problemen geleid. Die problemen bestaan nu nog steeds, maar de scholen die deelnamen aan het onderzoek hebben wel een beter beeld van de benodigde ict-basisvaardigheden dan voorheen. Ook hebben ze het niveau van hun leerlingen scherper in beeld. Net als bij andere basisvaardigheden zoals lezen en schrijven, moeten leerlingen over een basisniveau beschikken om adequaat te functioneren in de schoolsituatie. Het advies aan alle scholen luidt: door nu in kaart te brengen welke basis nodig is voor leerlingen en aan welke vaardigheden dus gewerkt moet worden, kun je een belangrijke stap zetten in de ontwikkeling van digitale geletterdheid van de leerling.
2. Hoe kan de school het geleerde gebruiken om verder te gaan met het onderwijs in digitale geletterdheid van leerling en leraar?
Tijdens de lockdown liepen veel scholen aan tegen problemen met de ict-infrastructuur, zoals een goed functionerende internetverbinding en voldoende devices op school en thuis. De infrastructuur is in het afgelopen jaar sterk verbeterd. Verder hebben zowel docenten als leerlingen hun ict-basisvaardigheden ontwikkeld, waardoor scholen ook een beter beeld hebben van hoe ze de basis van leerlingen kunnen verstevigen. De combinatie van de verbeterde infrastructuur en het zicht op lacunes in de ontwikkeling van ict-basisvaardigheden, biedt een uitgelezen kans om hier onderwijs over te ontwikkelen en er concreet mee aan de slag te gaan. Daarnaast zien veel scholen nu ook het belang in van onderwijs in de andere domeinen van digitale geletterdheid, met name mediawijsheid en informatievaardigheden. Omdat het gebruik van digitale media op scholen is toegenomen ten opzichte van de situatie voor de lockdown, ligt het voor de hand om dat als startpunt te gebruiken bij het ontwikkelen van leerlijnen.
Aanbeveling: Hoewel er grote verschillen zijn in hoe leraren zich tot digitale technologie verhouden, is hun zelfvertrouwen in elk geval gegroeid. Leraren zijn zekerder in het werken met devices en digitale toepassingen voor hun onderwijs. Dat biedt natuurlijk kansen: docenten vervullen een voorbeeldfunctie en kunnen hun vaardigheden aan leerlingen leren, omdat ze weten dat een grote groep jonge mensen nog lang niet digitaal vaardig is. Het gaat niet alleen om instrumentele ict-vaardigheden, maar juist ook om digitale etiquette en omgangsvormen. Belangrijk hierbij is dat de schoolorganisatie dit gedrag wenselijk vindt en er leiding en begeleiding in geeft.
Gelijke kansen
Bij het thuiswerken werden de verschillen tussen leerlingen duidelijk zichtbaar. Van huis uit krijgt niet iedere leerling dezelfde digitale vaardigheden mee. Ook heeft niet iedere leerling beschikking over een device. Als er in het onderwijs geen oog is voor die verschillen, dreigt een toename in de kansenongelijkheid van leerlingen. Denk vooral aan ict-basisvaardigheden: een leerling die niet goed weet hoe een tekstverwerkingsprogramma werkt, is daar tijdens een werkstuk veel tijd aan kwijt. Dat gaat ten koste van het werken aan de inhoud. Deze observatie zou scholen ertoe moeten aanzetten om digitale vaardigheden gedegen en vanaf de basis op school aan te leren, zodat leerlingen hun achterstand begeleid kunnen inlopen.
Aanbeveling: Aansluitend bij de aanbeveling na de eerste onderzoeksvraag, is het van belang om oog te hebben voor leerlingen die over weinig digitale vaardigheden beschikken. Onderwijs gericht op de grootste gemene deler is voor deze leerlingen niet genoeg, zeker omdat het hier gaat om fundamentele vaardigheden die nodig zijn om te kunnen functioneren in de maatschappij.
Daarnaast is tijdens de scholensluiting gebleken dat niet alle leerlingen thuis over voldoende geschikte devices en internettoegang beschikken. Dat is vaak snel en goed opgelost, maar het is van belang om dat te blijven onderhouden en faciliteren. Ook als de scholen weer open zijn. We raden scholen aan digitale geletterdheid toe te voegen aan beleidsagenda’s voor gelijke kansen. Kinderen moeten goed kunnen lezen en schrijven. Dat is de belangrijkste basis, ook voor digitale geletterdheid. Maar kinderen kunnen evenmin zonder een stevige digitale basis. Prioriteer het tegengaan van digitale ongelijkheid en de bevordering van gelijke kansen.
Executieve functies
Bij de open vragen gingen leraren regelmatig in op andere punten dan digitale geletterdheid. Opvallend vaak worden aspecten genoemd die aansluiten bij de executieve vaardigheden
van leerlingen. Voorbeelden hiervan zijn: het huiswerk zelfstandig plannen, gepaste online communicatie, gemotiveerd blijven voor het werk dat ze doen, focus houden tijdens de online uitleg, flexibel kunnen omgaan met veranderingen en overzicht houden. Uit de data-analyse komt ook naar voren dat leerlingen zelfstandigheid en eigen regie ten tijde van afstandsonderwijs als prettig hebben ervaren. Executieve vaardigheden als flexibiliteit, emotieregulatie, doelgericht gedrag, organisatie management en taakinitiatie lijken verband te houden met het efficiënt inzetten van en leren over digitale geletterdheid. Onderzoek naar deze samenhang kan daar meer inzicht in geven.