De roep om inclusief onderwijs zwelt steeds meer aan. Ook in Nederland. De diversiteit in onze samenleving vraagt in toenemende mate om (h)erkenning, waardering én benutting van leerlingen met diverse mogelijkheden, talenten en vaardigheden. Een groeiende groep organisaties en individuen is van mening dat het in deze tijd niet meer past om leerlingen in het speciaal onderwijs te plaatsen. Zij geloven dat, als leerlingen van jongs af aan samen onderwijs krijgen, ze met elkaar leren omgaan en zich tot elkaar leren te verhouden.
Deze Special staat in het teken van inclusief onderwijs. Een vorm waarbij leerlingen samen onderwijs volgen, heel- of halftijds. Ieder met zijn of haar eigen talenten, interesses, mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften. Inclusief onderwijs betreft álle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs (4 t/m 20 jaar), maar in het bijzonder leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Die door een lichamelijke of verstandelijke beperking en/of psychische klachten veel obstakels in hun schoolloopbaan tegenkomen.
Het hogere doel
Inclusief onderwijs is geen doel op zich, maar een middel om tot een inclusieve samenleving te komen. Inclusie zorgt voor een gelijkwaardige participatie in sociale voorzieningen - arbeid, wonen, verkeer, cultuur, zorg en onderwijs - van een achtergestelde bevolkingsgroep, zoals personen met een (lichamelijke of verstandelijke) beperking. Hierin is een belangrijke rol voor het onderwijs weggelegd, die om een grote inspanning vraagt. Inclusief onderwijs betekent een brede onderwijshervorming. Die zich richt op het accepteren dat leerlingen van nature van elkaar verschillen en dat ieder individu op een eigen en unieke wijze aan de samenleving bijdraagt.
Een continuüm van vormen
We moeten in Nederland oppassen dat het gesprek over inclusief onderwijs niet wordt versmald tot een dichotomie, met aan de ene kant het (superieure) regulier onderwijs en aan de andere kant het (inferieure) speciaal onderwijs, en dat voor- en tegenstanders tegenover elkaar komen te staan. Zo zwart-wit is het namelijk niet. Er zijn vele grijstinten mogelijk. Bij het denken over inclusief onderwijs kan beter uitgegaan worden van een continuüm van vormen van inclusief onderwijs. Een voorbeeld hiervan vindt u in de tabel hiernaast.