Over het opzettelijke en het onwillekeurige in de opvoeding en de opvoedkunde

Over het opzettelijke en het onwillekeurige in de opvoeding en de opvoedkunde

Gratis

Omschrijving

Over het opzettelijke en het onwillekeurige in de opvoeding en de opvoedkunde wil ik heden tot U spreken en zal daarbij uitgaan van de beschouwing van het opvoeden als handeling en proces. Als handeling — dat is dus als door mensen gestelde en verrichte activiteit. Als proces — dat wil zeggen: niet slechts als handeling maar ook als samenhang dier handelingen, eventueel: als eenheid dier handelingen en als eenheid van handelingen en door die handelingen in het aanzijn geroepen maatregelen, toestanden, instellingen. Als voorbeeld van zo'n maatregel noem ik U de dagindeling in een gezin of een school.
Dat men door die maatregelen zekere toestanden tracht te scheppen, behoef ik U niet nader toe te lichten. Als voorbeeld van een instelling welke door het opvoedend handelen in het leven geroepen is, noem ik U de school. De kritische hoorder zal door deze voorbeelden niet geheel tevreden zijn gesteld; hij zal stellig verlangen, dat ik mij duidelijker uitspreek over de bedoeling der opsomming, welke ik zoeven gaf ter voorlopige omschrijving van wat ik met het woord „proces" op het oog heb. Ik zei immers: „niet slechts handeling maar ook samenhang van handelingen", en vervolgens: „eenheid dier handelingen", en tenslotte: „eenheid van handelingen en door die handelingen in het aanzijn geroepen maatregel, toestanden, instellingen". Welnu, de term „proces" zou ik hier zo willen verstaan, dat hij de „handeling"  omvat, doch in een verband met andere handelingen zonder tevens een nadere bepaling te bevatten omtrent de aard van dit verband.
Men zou, dunkt mij, enig bezwaar kunnen maken tegen het gebruik van de term ,,proces", wanneer daaronder ook, gelijk ik voorstelde, de instellingen, toestanden en maatregelen verstaan zullen worden. Ik acht dit bezwaar evenwel gering daar men deze drie aspekten van het opvoeden zeer wel kan zien als phasen der handeling. Deze opvatting mag ik hier thans niet gaan ontwikkelen, daar dit een voordracht op zichzelf zou worden; wel mag ik U verzekeren, dat ik — wanneer ik de instellingen als phase der opvoedende handeling opvat —
geenszins uit het oog verlies, welke historische faktoren en welke sociale momenten het institutionele karakter der instelling mede bepalen.