Oog voor peuters die uitblinken

Oog voor peuters die uitblinken

Productgroep BBMP 01 2025
Sam ten Hove | 2025
4,95
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

In de kinderopvang ligt de focus doorgaans op kinderen met een achterstand in hun ontwikkeling. Maar wat doen we met peuters die juist uitblinken? Deze kinderen kunnen, ondanks hun voorsprong, ook uitdagingen tegenkomen. Kinderdagverblijf Konijn van Partou in Leiden is een speciale groep gestart.

Esther Scharn, locatiemanager bij Partou in Leiden, ziet in de begeleiding van peuters met een ontwikkelingsvoorsprong en belangrijke taak voor de kinderopvang: ‘Er valt nog een slag te slaan in hoe we omgaan met deze peuters.’ Op kinderdagverblijf Partou Konijn is Esther een speciale groep gestart voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong. Het initiatief biedt kinderen een omgeving waar ze op hun eigen niveau worden uitgedaagd en waar ze zich kunnen ontwikkelen zonder de druk van een standaardgroep, waarbij de groepen vaak groter zijn. Dit kan een fijne aanvulling zijn op de reguliere kinderdag- of peuteropvang waar een kind naartoe gaat. En volgens Esther is het ook noodzaak dat op jongere leeftijd al aandacht aan deze kinderen gegeven wordt.

Vroege signalen
Esthers persoonlijke ervaring met haar zoon was de katalysator voor de speciale groep, vertelt ze: ‘Achteraf zag ik bij mijn zoon al op jonge leeftijd signalen die wezen op een voorsprong. Als iemand dat toen had opgemerkt, had dat misschien de problemen op latere leeftijd kunnen voorkomen.’ Door deze ervaring is ze zich gaan verdiepen in hoogbegaafdheid. Esther volgt nu een opleiding tot specialist hoogbegaafdheid aan de Radboud Universiteit.

Volgens Esther is het van belang om signalen van een ontwikkelingsvoorsprong op tijd op te merken, zelfs al bij baby’s. ‘Een kind dat op meerdere vlakken duidelijk voorloopt, kan een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Het is belangrijk dat wij als kinderopvang hierin een rol spelen. We kunnen hoogbegaafdheid niet formeel vaststellen, dat is aan de experts, maar we kunnen ouders wel ondersteunen door signalen te delen en hen adviseren om dit verder te laten onderzoeken.’