Onderweg naar 1832. Een groepsbiografie uit de Groningse school.

Omschrijving

Binnen de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs is het jaar 1806 cruciaal. In dat jaar wordt voor het eerst een nationale onderwijswet van kracht.
De wet maakt een onderscheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs, eist dat scholen klassikaal worden ingericht, stelt kwaliteitseisen aan leraren en introduceert schoolopzieners die binnen een bepaalde gebied toezicht op het onderwijs houden. De wet schiep nieuwe voorwaarden waaronder de leraren in ons land kwamen te werken.
Van toen af aan moest een leraar om ‘school’ te kunnen ‘houden’ bevoegd zijn; daarvoor werden vergelijkende examens ingesteld (vier verschillende niveaus). Leraren leerden het onderwijsvak nog wel steeds in de praktijk, maar dienden zich nu ook welbewust theoretisch te scholen en er een proeve van bekwaamheid over af te leggen.
Er kwamen scholen waar aankomende leraren als ‘kwekeling’ het vak in de praktijk konden leren, daarvoor ook enige vergoeding kregen, en daarnaast op de examens werden voorbereid. Èn er kwamen schoolopzieners; die hielden niet alleen toezicht op het onderwijs, maar stimuleerden leraren zich ook verder te ontwikkelen. Over die cruciale periode uit onze onderwijsgeschiedenis schreef Mineke van Essen een mooi boek.