Kinderen op de vlucht zijn kinderen als andere kinderen. Maar ze leven in bijzondere omstandigheden. Dat is het uitgangspunt van ‘Onderweg’, het onderzoek waarover dit verslag rapporteert.
‘Onderweg’ liep tussen 2019 en 2021 aan het expertisecentrum Pedagogische Ondersteuning in Kinderopvang en School van de Karel de Grote Hogeschool en onderzocht hoe kinderen op de vlucht hun vrije tijd en hun schooltijd beleven. Onderwijs en vrije tijd kunnen motoren van veerkracht zijn. Maar de inbedding van kinderen op de vlucht verloopt niet altijd even vlot. Dat bleek uit eerdere projecten en verkennende gesprekken3 die onderzoekers van het expertisecentrum met medewerkers van opvangvoorzieningen, vrijetijdsorganisaties en basisscholen voerden. Begeleiders en leraren vertelden dat ze een geschikte aanpak zochten in hun omgang met jonge nieuwkomers en met kinderen die in opvangcentra verblijven. Ze hadden vragen over hun welbevinden en zochten handvatten om een veilig groepsklimaat te creëren en op een trauma-, taal- en cultuursensitieve manier met kinderen in gesprek te gaan. Om aan die vragen tegemoet te komen, ontwikkelden we in 2018 een participatief praktijkwetenschappelijk onderzoek met twee luiken: een belevingsonderzoek met kinderen op de vlucht en een actieonderzoek met mensen uit de praktijk. Wij, dat zijn drie onderzoekers en pedagogen, met achtergronden in taalkunde, muzisch werk, interculturele communicatie en pedagogiek.
Het belevingsonderzoek ging in 2019 van start. Twee opvangcentra in de provincie Antwerpen vormden de uitvalsbasis om met 34 kinderen tussen zes en twaalf jaar oud naar hun beleving van de vrije tijd en de schooltijd te kijken. In elke setting brachten we gedurende zes weken twee namiddagen en vooravonden door. In 2020 volgden per setting twee terugkommomenten om enkele thema’s uit te diepen en extra member checks te doen.
Simultaan aan die terugkommomenten ging het actieonderzoek van start. De acties werden gevoed door het belevingsonderzoek en kregen een intersectoraal karakter door professionals die op de eerste lijn met kinderen op de vlucht werken met elkaar te verbinden. Begeleiders uit de opvangcentra en de vrije tijd, leraren onthaalonderwijs anderstalige nieuwkomers (AN-leraren), klasleraren, zorgleraren en studenten pedagogie sloten op verschillende tijdstippen aan. Het actieonderzoek werd door de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus tijdelijk onderbroken, maar in 2021 ontwikkelden we een hybride werkvorm met digitale vergaderingen, bevragingen van het werkveld en concrete onderzoeksacties van begeleiders, leraren en studenten. Een deel van die acties volgde de principes van het belevingsonderzoek en vertegenwoordigt daardoor een tweede reeks terugkommomenten. Om tegemoet te komen aan de noden die professionals formuleerden, bouwden we ook een website met verhalen en inspirerende praktijken.
Dit verslag rapporteert over het belevingsonderzoek6 en kiest radicaal voor het perspectief van de kinderen. Het concentreert zich op hun ervaringen en gaat uit van hun actorschap. Het zoekt een antwoord op de onderzoeksvraag: ‘Hoe beleven kinderen op de vlucht hun vrije tijd en hun schooltijd?’ en sluit aan bij verschillende maatschappelijke en wetenschappelijke discussies.
De rol van de school
Onze samenleving wordt gekenmerkt door een steeds grotere verscheidenheid aan nationaliteiten, talen en religies. Onderwijs is een frontliniesector die als eerste in aanraking komt met die ‘superdiversiteit’. School speelt een belangrijke rol in de inbedding van kinderen in de samenleving, maar hoewel we in Vlaanderen over een goed onderwijssysteem beschikken, heeft dat systeem de grootste etnische kloof ter wereld en heeft de meerderheid van leerlingen die minder goed presteren een migratieachtergrond. Taalbarrières en een beperkte kennis over culturele gebruiken zorgen voor een laag welbevinden van ouders en kinderen. Uit onderzoek met kinderen op de vlucht blijkt dat ze niet altijd aansluiting vinden bij een reeds bestaande klasgroep en dat ze ervaringen hebben met pestgedrag. Pestgedrag blijkt ook uit een aantal internationale studies en lijkt zich vaker voor te doen bij jonge kinderen.
Volgens de UNHCR, UNICEF en de Raad van Europa vertegenwoordigen jongere kinderen met een vluchtelingenachtergrond een van de meest kwetsbare groepen in de huidige samenleving. Wereldwijd gaat slechts 61% naar de basisschool en slechts 23% stroomt verder door. De UNHCR noemt overvolle klassen zowel voor kinderen als voor leraren, AN-leraren en zorgleraren overweldigend en constateert dat trainingen in traumasensitief en cultuursensitief handelen onvoldoende aangeboden worden. Volgens UNICEF moet onderwijs aan kinderen op de vlucht ook de ontwikkeling van de thuistaal ondersteunen. Die vormt immers een belangrijk onderdeel van de identiteitsontwikkeling en aandacht voor de thuistaal helpt schooluitval tegen te gaan.Schooluitval hangt volgens sociologen samen met een geringe sense of belonging: “een gevoel van veiligheid en geborgenheid dat ontstaat vanuit de beleving dat men onderdeel is van een gemeenschap, organisatie of instituut.” Door oog te hebben voor de positie van gevluchte ouders, gebruik te maken van interculturele communicatie en leraren en andere kinderen als brugfiguren in te zetten, kunnen scholen een belangrijke rol spelen in het sociale welbevinden van kinderen op de vlucht. Op termijn blijken scholen ook een groter zelfvertrouwen en meer voorzieningen te ontwikkelen met betrekking tot deze specifieke groep.
De rol van de vrije tijd
Voor de vrije tijd van kinderen op de vlucht is de situatie nog complexer. De positieve invloed van vrije tijd op het welbevinden en de gezondheid van jonge nieuwkomers blijkt uit verschillende onderzoeken en projecten. Vrije tijd is echter een ruim begrip met zowel een sociologische als een belevingsgerichte benadering. Vanuit een sociologisch perspectief gebruiken onderzoekers vaak de term ‘resttijd’ of tijd die kinderen en jongeren over hebben als noodzakelijke activiteiten zoals (huishoudelijk) werk, zorg en studie voorbij zijn. Die resttijd delen ze vervolgens op in formele en informele vrije tijd: vrije tijd binnen en buiten een georganiseerd verband.37 Vanuit een belevingsgericht perspectief kijken onderzoekers naar wat vrije tijd voor mensen betekent en onderzoeken ze hoe het samenspel van rust, spel en deelname aan activiteiten er voor individuele kinderen uit kan zien.