KINDERMISHANDELING kan kort of lang duren. Het kan een ernstig, maar eenmalig incident zijn, of een reeks van geweldplegingen die een kind meer en meer doet vervreemden van zichzelf en zijn omgeving. Het spreekt voor zich dat als er sprake is van kindermishandeling, vroegtijdig ingrijpen geboden is. Maar hoe vanzelfsprekend is dat?
Hoe lang wordt een kind mishandeld, misbruikt of verwaarloosd, voordat dit bekend wordt bij een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling? En waar hangt dit vanaf? Wat maakt of een kind dat lichamelijk, sexueel of psychisch mishandeld wordt, hierover zelf het zwijgen verbreekt? Wie in de omgeving van een kind heeft oog voor signalen van kindermishandeling, en wendt zich vervolgens tot een meldpunt kindermishandeling?
Dit boek gaat over de secundaire preventie van kindermishandeling: hoe kan kindermishandeling eerder worden gestopt? Na een beschrijving van de omvang en gevolgen van kindermishandeling, komen deze vragen uitvoerig aan de orde. De auteur bespreekt de internationaal beschikbare kennis kritisch, kiest innovatieve invalshoeken en analyseert systematisch een veelheid van empirische gegevens van Nederlandse bodem. Met grondige kennis van praktijk, theorie en empirie wordt een algemeen model geformuleerd waarin maatregelen die het vroegtijdiger stoppen van kin- dermishandeling tot doel hebben, een plaats kunnen krijgen.
Cees Hoefnagels was ten tijde van dit proefschrift wetenschappelijk onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Katholieke Universiteit Nijmegen.