Mediation door leerlingen

Mediation door leerlingen

Maarten B. van der Werf | 2001 | Tijdschrift J*
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Mediation is een methode van omgaan met conflicten met als doel oplossingen te vinden waarbij beide partijen voordeel hebben. In de afgelopen vijftig jaar is mediation een ‘vak’ geworden, bestaande uit een samenhangende verzameling van communicatievaardigheden. De mediator gebruikt deze vaardigheden als gespreksleider om de kansen voor wederzijds begrip tussen de conflictpartijen te vergroten en de kans op escalatie te verkleinen. Er blijken vaak ‘win-win oplossingen’ mogelijk te zijn, waardoor relaties worden hersteld en wederzijdse negatieve gevoelens worden verminderd. ‘Mediation’ bevindt zich als methode van conflictoplossing tussen ‘zelf vitpraten’ en “arbitrage’. Voor ‘zelf uitpraten” en mediation zijn dezelfde vaardigheden nodig. Bij mediation worden de spelregels bewaakt door de mediator, die zelf niet bij het conflict betrokken is of belangen heeft bij de uitkomst. Als de belangen van de partijen groot zijn en de emoties hoog oplopen is het voor die partijen heel moeilijk en vaak onmogelijk om de nodige vaardigheden zonder hulp te hanteren. Een onafhankelijke gespreksleider - mediator kan dan daarmee helpen. De belangrijkste vaardigheden bestaan uit het structureren van het gesprek, het stellen van exploratievragen op het niveau van inhoud, betrekking en wensen, onderhandelen en uitwerken van duidelijke afspraken. De meest essentiéle vaardigheid is het stellen van vragen. Al vanaf groep 1 kan worden begonnen met het structureren van het gesprek en het stellen van simpele vragen. Bij elke leeftijd hoort een minimum aan structuur en vaardigheden nodig voor een goede kans om oplossingen te bereiken. Vanaf groep 7/8 kunnen leerlingen de rol van mediator op zich nemen na deze te hebben geoefend. Mediation door Leerlingen kan in een school alleen slagen als het door de staf wordt ervaren als waardevolle toevoeging aan de cultuur van omgangsvormen in de school. 

Uit de wandelgangen...

“Jullie hebben beiden in de gang gevochten, dus jullie komen allebei drie keer om acht uur naar school en Henk, jij geeft die CD terug aan Chris’. De jongens verlaten de kamer van de docent belast met de discipline. Henk mompelt met op elkaar geklemde kaken: ‘Jou krijg ik nog wel’. De docent hoort er nog net wat van, maar ziet niet het venijnige gezicht van Henk en de laatdunkende blik van Chris. Een wat onzeker gevoel over wat er nu is bereikt blijft hangen bij de docent. “‘Komt dat zo goed tussen die twee?’, vraagt hij zich af. Het antwoord klinkt als een echo: ‘Nee, ik denk het niet - dat kon je al zien aan de vijandige manier waarop de twee de kamer verlieten.” In de docentenkamer komt de ervaring ter sprake. Er zijn teveel van dit soort incidenten en hoewel deze afloop laat zien dat er regels zijn in de school, heb je toch het gevoel dat het niet is opgelost. Iemand oppert het idee om in de mentoruren meer aandacht te gaan besteden aan waarden en normen. In dit geval ging het om ‘niet vechten’ als je ruzie hebt. En over het recht om je CD terug te krijgen als je die hebt uitgeleend. In het kader van ‘De Veilige School’ hebben alle leerlingen een lijst gekregen met alle grenzen aan het gedrag met een duidelijke omschrijving van de maatregelen die ze kunnen verwachten als ze de regels overschrijden. Dat lijkt een goed uitgangspunt om eens in de klas te gaan praten over waarden en normen. Chris in de pauze tegen zijn vrienden: “Kan mij wat schelen, drie keer vroeg komen. Henk woont veel verder weg. En die CD die komt nu zeker terug. Anders gebeurt dit gewoon nog een keer.’ Henk tegen een vriend in de gang: ‘Ik zal het Chris wel op een andere manier betaald zetten. Hij zit tegen iedereen te vertellen dat ik die CD van hem heb gestolen. Dat is niet waar - de hufter! Ik ‘bedenk wel wat voor hem. En dat gesprek boven sloeg nergens op. Die docent alleen maar boos op mij. Ik regel het zelf wel.'