Opvoeding en onderwijs worden heden ten dage op een dwingende wijze geconfronteerd met de gevolgen die voortkomen uit nieuwe breuklijnen in de samenleving; breuklijnen op grond van etnisch-culturele, sociaaleconomische of religieuze verschillen die leiden tot nieuwe vormen van segregatie. Participatie wordt hierbij naar voor geschoven als doel en middel om een antwoord te bieden op diverse vormen van segregatie. In deze bijdrage stellen de auteurs dat het segregatievraagstuk in opvoeding en onderwijs niet los kan worden gezien van de maatschappelijke positie die kinderen en jongeren bekleden en de wijze waarop pedagogische instituties zoals het onderwijs hierin tussenkomen. De discussie over etnisch-culturele, sociaaleconomische of religieuze segregatie dient daarom verbonden te worden met het vraagstuk over leeftijdssegregatie. Dit roept de vraag op wat de gevolgen zijn voor de betekenis van participatie voor diverse vormen van segregatie. Vanuit een ontgrenzende benadering van pedagogische praktijken bepleiten de auteurs dat participatie zowel een grondhouding als een collectief leerproces veronderstelt.