Kritisch denken en burgerschapsvorming   in het voortgezet onderwijs

Kritisch denken en burgerschapsvorming in het voortgezet onderwijs

Productgroep Opvoeden in betrokkenheid
3,95
Abonneeprijs: € 1,58

Omschrijving

Vanaf 2006 hebben scholen de wettelijke taak aandacht te schenken aan burgerschap. In de Wet bevordering actief burgerschap en sociale integratie wordt burgerschap gedefinieerd als ‘de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren’ (Onderwijsraad, 2012). In 2012 informeert de Onderwijsraad dat de Inspectie van het Onderwijs – die de taak heeft toe te zien op de kwaliteit van burgerschapsonderwijs – in dezen weinig vooruitgang constateert. Eén van de drie aanbevelingen van de Onderwijsraad aan de minister van Onderwijs voor de verdere ontwikkeling van burgerschapsonderwijs is scholen een inhoudelijk kompas te bieden. De raad ondersteunt de keuze van de over- heid om de regie van het burgerschapsonderwijs zo veel mogelijk bij de scholen te la- ten (Onderwijsraad, 2012). Toch acht de raad het wenselijk om, binnen de grenzen van onderwijsvrijheid, meer duidelijkheid te geven over de inhoudelijke kern van de bur- gerschapsopdracht. Die kern bestaat – volgens de Onderwijsraad – uit twee onderling gerelateerde componenten: het leren functioneren in een democratische gemeenschap inclusief de rol van mensenrechten enerzijds, en de identiteitsontwikkeling van de leerling anderzijds. Een democratische samenleving biedt voorwaarden waaronder burgers met uiteenlopende normen-en-waardenpatronen met elkaar van mening kunnen (blijven) verschillen en vreedzaam kunnen samenleven. ‘Het adequaat kunnen deelnemen aan democratische processen is echter pas mogelijk op basis van een goed ontwikkelde eigen identiteit en duidelijkheid over het eigen normen- en waardenkader’ (Onderwijs- raad, 2012, p. 26).