Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie

Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie

Gratis

Omschrijving

Uit de uitkomsten van relevant neuropsychologisch en pedagogisch wetenschappelijk onderzoek wordt geconcludeerd dat de procespositie van minderjarigen en hun hoorrecht in familie- en jeugdprocedures verbetering behoeft. Ten aanzien van het hoorrecht blijkt uit het onderzoek dat taalbegrip en -productie van kinderen geen belemmering is voor het verlagen van de huidige leeftijdsgrens van het hoorrecht: de ontwikkeling van het begrijpen en produceren van complexe zinnen is meestal voltooid rond de leeftijd van vier jaar. Hoewel het voeren van een gesprek met kinderen vanaf de kleuterleeftijd dus mogelijk is, blijft het uitdrukken van emoties wel lastig. Om hun mening goed uit te kunnen leggen, is het belangrijk dat kinderen weten hoe zij zich voelen, en dat hun gevoelens en emoties anders kunnen zijn dan die van andere mensen (zoals ouders, broers of zussen, of de gesprekspartner). Onderzoek heeft aangetoond dat deze ‘theory of mind’ vaardigheden op zesjarige leeftijd aanzienlijk zijn ontwikkeld.
Bij minderjarigen in bijvoorbeeld echtscheidingssituaties komen loyaliteitsconflicten voor waarbij het kind bang is om een mening te geven die niet overeenkomt met die van (een van de) ouders. Tijdens een kindgesprek vormt een loyaliteitsconflict een probleem, omdat het moeilijker is om de authentieke mening van het kind te achterhalen. Mede gezien de suggestibiliteit en meegaandheid van jonge kinderen is het in deze situaties bijzonder belangrijk om duidelijke instructies en gespreksregels te geven tijdens een kindgesprek. In het kader van mogelijke loyaliteitsconflicten is tevens belangrijk dat kinderen vanaf acht jaar begrijpen dat het mogelijk is om over één onderwerp (of persoon) zowel positieve als negatieve emoties te ervaren. Aangezien rond deze leeftijd ook de cognitieve ontwikkeling van kinderen een grote sprong heeft doorgemaakt, met vooral een groei wat betreft logisch redeneren, is het aannemelijk dat het voeren van een kindgesprek goed mogelijk is met kinderen vanaf acht jaar oud.

Uit dit onderzoek is duidelijk geworden dat onze onderzoeksbevindingen wijzen in de richting van een aanpassing van de civielrechtelijke positie van minderjarigen in familie- en jeugdprocedures.

Verbetering van het hoorrecht
Ten aanzien van het hoorrecht wordt op basis van de onderzoeksresultaten voorgesteld dat minderjarigen vanaf de leeftijd van acht jaar worden uitgenodigd voor een kindgesprek. Met andere woorden: een verlaging van de leeftijdsgrens in artikel 809 Rv van twaalf naar acht jaar (tenzij het gaat om kinderalimentatiezaken). Ook kinderen jonger dan twaalf jaar hebben het recht om betrokken te worden in procedures die hen aangaan en zijndoorgaans in staat om hun mening te verwoorden, zo is gebleken. Daarnaast is het belang van een ondersteuner voor het kind in de fase voorafgaand, tijdens en na de zitting en het kindgesprek duidelijk geworden in dit onderzoek.
De mogelijkheid om een vertrouwenspersoon als ondersteuner mee naar het kindgesprek te nemen moet gangbare praktijk worden, of in elk geval vooraf (meer dan nu het geval is) aan elke minderjarige worden aangeboden,
bijvoorbeeld door dit standaard in de oproepbrief als mogelijkheid te vermelden. Tevens zou de mogelijkheid moeten worden verkend om ondersteuning door een bijzondere curator voor minderjarigen die dit wensen en hier voor openstaan (vaker) mogelijk te maken in deze procedures zonder dat daar strenge eisen aan worden gesteld. Het is daarbij belangrijk om de rol van de bijzondere curator duidelijk af te bakenen. Op dit moment lijkt het zo te zijn dat de bijzondere curator een instrument is geworden van de rechter (als deskundige) in plaats van een belangenbehartiger en procesondersteuner voor het kind. De bijzondere curator moet er zijn om het kind te ondersteunen in de procedure en de stem van het kind zo duidelijk mogelijk naar voren te brengen.


Verbetering van het hoorrecht
Ten aanzien van het hoorrecht wordt op basis van de onderzoeksresultaten voorgesteld dat minderjarigen vanaf de leeftijd van acht jaar worden uitgenodigd voor een kindgesprek. Met andere woorden: een verlaging van de leeftijdsgrens in artikel 809 Rv van twaalf naar acht jaar (tenzij het gaat om kinderalimentatiezaken). Ook kinderen jonger dan twaalf jaar hebben het recht om betrokken te worden in procedures die hen aangaan.