In dit hoofdstuk wordt de jurisprudentie per artikel samengevat en van commentaar voorzien. Tevens worden de onderzoeksvragen beantwoord. Aangegeven wordt: (a) welke verdragsbepalingen voor de rechter zijn ingeroepen of ambtshalve zijn toegepast en met welke uitkomsten (§ 5.3.1); (b) of de ‘rechtstreeks werkende’ Verdragsbepalingen die genoemd zijn in de Memorie van Toelichting van de Goedkeuringswet tot nu toe daadwerkelijk voor de rechter ingeroepen en rechtstreeks toegepast zijn (§ 5.3.2); en (c) welke conclusies daaruit volgen met betrekking tot de vraag hoe Verdragsbepalingen rechtstreeks door de rechter zouden kunnen worden toegepast in de toekomst (§ 5.3.3). In hoofdstuk 6 volgt een nabeschouwing, waarin per thema commentaar bij de jurisprudentie zal worden gegeven.