Gelijke kansen in het onderwijs: Structureel investeren in kansengelijkheid voor iedereen

Gelijke kansen in het onderwijs: Structureel investeren in kansengelijkheid voor iedereen

2021 | SER
Gratis

Omschrijving

In onze samenleving moet iedereen de kans krijgen om zich te ontplooien naar zijn of haar mogelijkheden en daar waardering voor krijgen. Bij het bevorderen van gelijke kansen gaat het erom dat kinderen en jongeren in staat worden gesteld – en worden gemotiveerd en waar nodig ondersteund – om hun verschillende talenten te ontwikkelen. Kansengelijkheid maakt onderdeel uit van een rechtvaardige samenleving en is in ieders belang. Op individueel niveau is het voor kinderen en jongeren nadelig als zij onvoldoende kansen krijgen om zich te kunnen ontplooien. Ook op latere leeftijd ondervinden zij daarvan de (negatieve) gevolgen. Zo heeft kansenongelijkheid een relatie met het (toekomstig) inkomen. Kinderen van ouders met een lagere sociaaleconomische positie, blijken kwetsbaarder te zijn gedurende hun schoolloopbaan. Dat maakt dat zij met een minder gunstige uitgangspositie de arbeidsmarkt betreden en zelf ook meer kans hebben om in een sociaaleconomische lagere positie terecht te komen. Bovendien werken de gevolgen van kansenongelijkheid op individueel niveau breder door in onze samenleving. 

Ondanks het breed gedeelde gelijkheidsideaal is er in onze samenleving sprake van toenemende ongelijkheid als gevolg van bestaande en zich verdiepende scheidslijnen. Niet iedereen kan meedoen en niet iedereen heeft een eerlijke kans om zich te ontwikkelen. Voor bepaalde groepen kinderen en jongeren is sprake van een stapeling van risico’s gedurende de levensloop. In 2019 wees het SER Jongerenplatform, in navolging van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), op de steeds groter wordende rol van sociaal kapitaal. Iemands kansen in het leven worden bepaald door wie hij of zij kent en door wie diegene wordt gesteund.1 Het ontstaan van ongelijke kansen heeft te maken met de omstandigheden waarin kinderen en jongeren worden geboren en opgroeien, maar ook met de manier waarop onder meer het onderwijs, de arbeidsmarkt en onze samenleving zich hebben gevormd. De kenmerken en omstandigheden bij de geboorte (geslacht, plaats, etnische of sociaaleconomische achtergrond van ouders), zijn in belangrijke mate van invloed op de onderwijskwalificaties die iemand behaalt, wat voor baan iemand krijgt en iemands gezondheid en huisvesting. Uiteindelijk zijn deze kenmerken en omstandigheden ook van invloed op het niveau van inkomen en vermogen. Zo blijkt dat de kans dat een kind uit een gezin dat tot de 20 procent laagste inkomens behoort, als volwassene tot de 20 procent hoogste inkomens gaat behoren, 12 procent is. En basisschoolleerlingen met academisch geschoolde ouders hebben 20 tot 30 procent meer kans om een advies te krijgen dat hoger ligt dan hun toetsscore, en 20 tot 30 procent minder kans om een lager advies te krijgen (dan leerlingen waarvan de ouders geen, een mbo 1- of een mbo 2-opleiding hebben voltooid). Anders gezegd: het maakt uit in welk gezin je wordt geboren.