Een bevlogenheid zoals in het voorgaande citaat kom je maar zelden tegen bij jongeren. Is een dergelijke ideaalbeleving extreem of, zoals onderwijskundige Henk Blenkers ooit zei, ‘een cadeautje voor iedere leraar’? Als we bedenken dat er in de jaren zeventig en tachtig een hele generatie jongeren tot patatgeneratie werd gebombardeerd door hun passieve houding, dan lijkt een jongere die zich inzet voor zijn of haar idealen veel vruchtbaarder voor onze samenleving, en inderdaad een groot cadeau. Tenzij deze idealen de democratie in onze samenleving zodanig tarten dat van actieve participatie niet langer sprake is – eerder van actieve non-participatie. De jongere doet dan immers actief zijn best om niet bij de democratische samenleving te horen en deze samenleving zelfs tegen te werken. Hoe helpen wij jongeren op te groeien tot actieve burgers zonder dat zij afbuigen naar passiviteit of juist naar extreme idealen? Het streven is in dit hoofdstuk een antwoord te geven op deze vraag.