De hulp voor mensen met een laag inkomen is versnipperd en daardoor oneerlijk. Sommige mensen krijgen te weinig landelijke ondersteuning om rond te kunnen komen. Daarom zijn er naast de bekende landelijke toeslagen veel verschillende lokale regelingen, waarmee gemeenten proberen hun inwoners te ondersteunen. Het is niet ongebruikelijk dat gemeenten 15 verschillende regelingen voor mensen met een laag inkomen hebben, waarbij elke gemeente het net even anders doet. Hierdoor vraagt de overheid veel van mensen in armoede, loopt deze groep hulp mis en ontstaan er oneerlijke verschillen. Zo kan hetzelfde huishouden, afhankelijk van de woonplaats, 200 euro meer of minder per maand krijgen. De vele verschillende loketten, voorwaarden en typen vergoedingen maken het krijgen van hulp ingewikkeld. Het gevolg is dat mensen in armoede veel tijd en mentale energie kwijt zijn aan alle overheidstrajecten en de bijbehorende administratie. Met de stress die kwetsbare huishoudens al hebben, is het vaak ondoenlijk om door een lokale bureaucratie heen te worstelen. Het gevolg is dat deze huishoudens geld mislopen. Ook gemeenten zelf kampen met uitdagingen. De druk op de gemeentelijke uitvoeringspraktijk is groot, mede doordat maatwerk wordt toegepast in situaties waar dit niet nodig is. De ideale inkomensondersteuning houdt rekening met verschillen tussen mensen, maar voorkomt willekeur. Inkomensondersteuning moet rekening houden met verschillen tussen mensen, maar het risico van maatwerk is dat mensen in vergelijkbare situaties verschillend behandeld worden. Wij onderstrepen de aanbeveling van de Commissie Sociaal Minimum om landelijk te doen wat landelijk kan en gemeenten ruimte te geven voor het bieden van maatwerk.
---
Het Instituut voor Publieke Economie (IPE) is een onafhankelijke denktank. Wij publiceren on- derzoek en analyses over economisch beleid. Zo maken we complexe onderwerpen toegan- kelijk, brengen we nieuwe ideeën onder de aandacht en mengen we ons in het maatschappe- lijke debat. We werken daarbij samen met wetenschappelijke, journalistieke, ambtelijke en po- litieke instellingen.
Wij doen een voorstel om de balans tussen gemeenten en het Rijk te herstellen. We vonden vijf regelingen die het beste bij gemeenten passen, omdat ze gericht zijn op individueel maatwerk of lokale verschillen. Maar we vonden ook zes regelingen die beter landelijk kunnen worden uitgevoerd, omdat de Rijksoverheid voldoende gegevens heeft en er geen individueel maatwerk nodig is. Ten slotte vonden we 21 participatieregelingen die kunnen worden samengevoegd tot één minimatoelage. Zo krijgen gemeenten meer ruimte om essentieel individueel maatwerk te bieden en wordt de inkomensondersteuning in Nederland eenvoudiger en eerlijker.