Naast de leeftijd van twaalf wordt de leeftijd van veertien het meest genoemd in jongensopvoedboeken uit de twintigste eeuw. Bij twaalf jaar gaat het vooral om het afsluiten van de lagereschoolperiode, bij veertien jaar gaat het om het afsluiten van de periode van het kind zijn. Tot in de jaren zestig benadrukken opvoeders dat veertienjarige jongens, van wie de meeste uit werken gingen, aan het begin van hun volwassenheid staan. Vanaf eind jaren zestig komen veertienjarige jongens door de uitbreiding van de leerplicht aan het begin van hun weg naar volwassenheid te staan. De gestage verlenging van deze weg ontneemt jongens het zicht op hun volwassenheid, waardoor jongenseigenschappen als baldadigheid en zwijgzaamheid zowel kunnen gedijen als opspelen.
Nieuwsbrief Pedagogiek Digitaal
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Pedagogiek Digitaal en blijf op de hoogte!