‘Er zijn maar weinig onderzoekers die zelf in Amsterdam-West of in het Rotterdamse Delfshaven wonen, dus je moet er als onderzoeker wel naar toe. Dan kun je met eigen ogen zien wat het betekent als een wijk wordt overstroomd met grote groepen minderheden die op hun beurt weer grote groepen illegalen aantrekken en daarmee criminaliteit aantrekken.
Je kunt dat niet ontkennen. Je kunt niet ontkennen dat er op een gegeven moment zoveel mensen zo ontevreden waren dat ze hun stem gaven aan iemand die hun ontevredenheid vertolkte. Ik vind dat onderzoekers daar veel te weinig oog voor hebben gehad. In de jaren
zeventig was actieonderzoek in de mode. Dat onderzoek zat wel in de wijken, had een progressieve signatuur en had het beste met de mensen voor. In Utrecht had je destijds de migrantenraad en ik heb toen als student vanuit Amsterdam meegedaan aan het onderzoek.
Veel van de Nederlandse bewoners in de wijken die zich heel positief opstelden werden gaandeweg teleurgesteld. De meeste allochtone migranten – voornamelijk Turken en Marokkanen – trokken zich steeds meer terug. Dat beschavingsoffensief, dat natuurlijk een goed bedoeld integratieoffensief was, is dus uiteindelijk mislukt.
Dat hebben Bovenkerk en Brunt in hun boek Gemengde gevoelens heel duidelijk laten zien. De vraag is of al die goedbedoelde hulp aan allochtonen wel goed uitpakte. Wij Nederlanders hebben de neiging om te zeggen: “Kom maar, ik knap het wel allemaal voor je op.” Terwijl we toen al hadden moeten zeggen: “Je moet het zelf opknappen. Je moet je maar kwalificeren en niet afhankelijk blijven van goed bedoelende Nederlandse vrijwilligers, die alles voor jou regelen.” Tijdens mijn onderzoek kwam ik ook in allerlei Marokkaanse gezinnen waar een doos stond met de poststukken en dan werd er gevraagd: “Hans, kun je me even helpen want ik kan de stukken niet lezen.” Ik had er alle begrip voor.
Er wordt een hele papierwinkel van allerlei gemeentelijke instellingen bij de mensen afgeleverd en je moet niet vergeten dat heel veel allochtone immigranten analfabeet waren. Toen hadden we ons al veel meer moeten realiseren dat deze mensen zouden blijven en dat we dus moesten leren om zichzelf te helpen.