PIP 16 - 2003

PIP 16 - 2003

2003

Omschrijving

De grote verhalen van de jeugdzorg

De grote verhalen van de jeugdzorg

Het marktdenken wint in de jeugdzorg aan invloed. Het is een denken waarin jeugdzorg een service is die verleend wordt. Een ‘service’ die een antwoord is op een vraag van de ‘consument’ van de jeugdzorg. Vraaggestuurd werken heet dat. Tegelijkertijd zijn de grote verhalen van de wetenschapin de jeugdzorg nog steeds niet ten einde, zoals het geloof in de maakbaarheid van de mens. Een kritiek op de ‘verwetenschappelijking’ van de jeugdzorg.
Meer info
3,90
Finland als voorbeeld

Finland als voorbeeld

Hoe komt het toch dat het niveau van het Finse onderwijs zo hoog is1, terwijl er geen inspectie is die toezicht houdt en er ook verder nauwelijks overheidsbemoeienis is met de inhoud van het onderwijs? Dat is de belangrijkste vraag die bij Dick den Bakker, algemeen directeur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs in Bergschenhoek bleef hangen na een studiereis in Finland eind 2002. In dit artikel gaat hij op zoek naar het antwoord.
Meer info
3,90
Het zwijgen laten spreken

Het zwijgen laten spreken

Romans geven inzicht hoe het leven geleefd kan worden. Fictie is wat dat betreft niet minder waard dan waargebeurde verhalen. Veel schrijvers hebben hun ongelukkige jeugd geëxploiteerd voor hun literaire werk. De romanliteratuur levert een onuitputtelijke bron van gegevens voorpedagogisch onderzoek. Ze wordt eigenlijk veel te weinig voor dat doel gebruikt. Twee jaar geleden verscheen een roman, die geen roman is. Volkskrantjournaliste Judith Koelemeijer presenteert haar boek Het zwijgen van Maria Zachea althans nadrukkelijk als een ware familiegeschiedenis.Het is een vorm van oral history die zijn weerga in het pedagogisch onderzoek niet kent.
Meer info
3,90
Mondigheid en opvoeding

Mondigheid en opvoeding

Een opvallend kenmerk van deze tijd is de steeds flexibeler opvoedingsrelatie tussen opvoeder en opvoedeling, bijvoorbeeld tussen ouder en kind, of onderwijzer en leerling. We hebben hettegenwoordig dan ook over ‘het mondige kind’. Een contradictie volgens Ido Weijers. Mondige individuen hebben geen opvoeding nodig, zij kunnen wel iets leren, maar niet worden opgevoed. En met deze ontwikkeling groeit ook de opvoedingsonzekerheid. Kan opvoeden nog wel?
Meer info
3,90
Ontbrekend Woord

Ontbrekend Woord

De rouw om de dood van een kind, en langzamerhand het leven weer oppakken en zin geven, heeft tijd nodig. Het kan een proces zijn dat de ouder bijzonder zwaar kan vallen; sommige ouders zelfs te zwaar. 
Meer info
3,90
Piekeren en panieken

Piekeren en panieken

Angst is een van de meest voorkomende problemen bij kinderen en adolescenten.Meestal gaan de bij de normale ontwikkeling behorende angsten vanzelf over en is professionele hulpverlening niet noodzakelijk. Soms echter gaan angsten, die bij een bepaalde ontwikkelingsfase horen, niet over en is hulp nodig om een kind te leren omgaan met angst, die hem of haar in zijn ontwikkeling belemmert.
Meer info
3,90
Veel beter kijken naar wat er zich in gezinnen afspeelt

Veel beter kijken naar wat er zich in gezinnen afspeelt

‘Er zijn maar weinig onderzoekers die zelf in Amsterdam-West of in het Rotterdamse Delfshaven wonen, dus je moet er als onderzoeker wel naar toe. Dan kun je met eigen ogen zien wat het betekent als een wijk wordt overstroomd met grote groepen minderheden die op hun beurt weer grote groepen illegalen aantrekken en daarmee criminaliteit aantrekken.
Je kunt dat niet ontkennen. Je kunt niet ontkennen dat er op een gegeven moment zoveel mensen zo ontevreden waren dat ze hun stem gaven aan iemand die hun ontevredenheid vertolkte. Ik vind dat onderzoekers daar veel te weinig oog voor hebben gehad. In de jaren
zeventig was actieonderzoek in de mode. Dat onderzoek zat wel in de wijken, had een progressieve signatuur en had het beste met de mensen voor. In Utrecht had je destijds de migrantenraad en ik heb toen als student vanuit Amsterdam meegedaan aan het onderzoek.
Veel van de Nederlandse bewoners in de wijken die zich heel positief opstelden werden gaandeweg teleurgesteld. De meeste allochtone migranten – voornamelijk Turken en Marokkanen – trokken zich steeds meer terug. Dat beschavingsoffensief, dat natuurlijk een goed bedoeld integratieoffensief was, is dus uiteindelijk mislukt.
Dat hebben Bovenkerk en Brunt in hun boek Gemengde gevoelens heel duidelijk laten zien. De vraag is of al die goedbedoelde hulp aan allochtonen wel goed uitpakte. Wij Nederlanders hebben de neiging om te zeggen: “Kom maar, ik knap het wel allemaal voor je op.” Terwijl we toen al hadden moeten zeggen: “Je moet het zelf opknappen. Je moet je maar kwalificeren en niet afhankelijk blijven van goed bedoelende Nederlandse vrijwilligers, die alles voor jou regelen.” Tijdens mijn onderzoek kwam ik ook in allerlei Marokkaanse gezinnen waar een doos stond met de poststukken en dan werd er gevraagd: “Hans, kun je me even helpen want ik kan de stukken niet lezen.” Ik had er alle begrip voor.
Er wordt een hele papierwinkel van allerlei gemeentelijke instellingen bij de mensen afgeleverd en je moet niet vergeten dat heel veel allochtone immigranten analfabeet waren. Toen hadden we ons al veel meer moeten realiseren dat deze mensen zouden blijven en dat we dus moesten leren om zichzelf te helpen.

Meer info
3,90