2017
Snel-diagnostiek tijdens het eerste telefoontje is winst. Nog belangrijker is snel-con-tact: dat ouders binnen tien minuten weten dat het goed is dat ze belden en dat ze aan het juiste adres zijn. Hoe kunnen ouderbegeleiders zich vanaf de eerste telefoon-minuut verbinden met ouders? Een belangrijke vraag! Daarom publiceren we in deze editie van Ouderschapskennis een voorpublicatie uit de herziene druk van deel vier en vijf van het Handboek Methodische Ouderbegeleiding, nu gebundeld in één band: ‘Aanmelding, onderzoek en de adviesfase'.
Zoals aanmeldtelefoontjes onaangekondigd binnenkomen1, zo val ik bij de lezer binnen met drie voorbeelden van zulke telefoontjes.
Patchwork is een handwerktechniek waarbij verschillende lapjes stof aan elkaar worden genaaid. Om tot een mooi eindproduct te komen, zijn er ontelbare mogelijkheden. Onderling worden vaak stofjes en patronen uitgewisseld. De rubriek Patchwork bevat verhalen die illustreren hoe ouderbegeleiders samen met ouders een nieuw verhaal ‘weven' waarin andere en rijkere stukjes van hun ouderschap zichtbaar worden. In deze editie het verhaal van Mieke Haentjens over een gezin waarin de moeder plotseling overlijdt. Achter de gesloten buitenkant van vader blijkt een veel rijkere belevingswereld schuil te gaan dan iedereen vermoedt.
Ali wordt geplaatst in Almata. Dit is een instelling voor JeugdZorgPlus van Stichting Jeugdzorg Sint Joseph (SJSJ). Gaan voor de veiligheid of voor het herstel van de verbroken relatie met Ali's alleenstaande moeder? Een blik op het traject ReConnect.
Veel jongeren die met een machtiging gesloten jeugdzorg van de kinderrechter in een JeugdzorgPlus-instelling worden opgenomen, hebben een uitgebreide hulpverlenings-geschiedenis en dat geldt ook hun ouders. Het gaat al snel om vijf tot zes vormen van ambulante zorg en/of pleegzorg en residentiële hulp (Vermaes e.a., 2014). Dat is ook bij Ali het geval.
Hoe kun je studenten oudervriendelijker laten denken zonder ze de les te lezen? In haar columns geeft docent Maartje van Amsterdam een kijkje in haar klas.
Sinds twee jaar is de hulpverlening ingrijpend veranderd. Voordat ouders en kinderen tegenwoordig een professionele hulpverlener kunnen inschakelen, wordt eerst gekeken in hoeverre zij zelf in staat zijn om hun problemen of vragen rondom de opvoeding op te lossen. Mocht dit niet lukken, dan wordt verwacht dat zij binnen hun eigen sociale netwerk op zoek gaan naar mogelijkheden voor ondersteuning. Daarbij wordt ook gekeken wat organisaties binnen het publieke domein van het gezin kunnen betekenen, zoals de huisarts, school, sportvereniging, kerk of carnavalsvereniging. De toverwoorden die in dit verband worden gebruikt zijn ‘eigen kracht versterken' en ‘inzet van het sociale netwerk'. Van deze begrippen wordt veel verwacht. Misschien zelfs te veel?
In de rubriek Opgetekend - de naam zegt het al - tekent ouderschapsdeskundige Janneke van Bockel de ervaringen op van ouders die op haar pad komen. Ditmaal het verhaal van een moeder die haar zoon naar een gesloten jeugdinrichting brengt - en hem de volgende dag weer ophaalt.
Best thuisfront,
Intussen ben ik alweer een paar dagen op Bonaire. Een eiland in de Caraïben. Exotisch mooi, een waar snorkel- en duikersparadijs. Prachtige resorts en nog een hele onderwaterwereld om te ontdekken.
Een fantastische vakantieplek, ware het niet dat zestig procent van de lokale bevolking onder de armoedegrens leeft. Mensen hebben hier soms twee of zelfs drie baantjes om het financieel te redden. Huisvesting is ontzettend duur en de voedselprijzen bedragen zo’n 130 procent van wat wij voor ons eten betalen. En dat terwijl mensen de helft minder verdienen dan wij - soms krijgen ze zelfs maar een derde van ons loon. Bonaire heeft minder dan 20.000 inwoners. In deze kleine gemeenschap kent iedereen elkaar.
Marjon Donkers verwondert zich over het fenomeen ouderschap. Al denkend en schrijvend formuleert ze vragen en zoekt ze naar antwoorden.
'Mam, weet je nog... toen ik heel klein was heb ik een keer zoiets engs meegemaakt!’ Mijn jongste zoon van acht kijkt me verwachtingsvol aan. Ik probeer broodtrommels te vullen en tegelijkertijd te eten en beantwoord zijn blik met een paar vragende wenkbrauwen: 'Uhm... oh ja, wat was dat ook alweer?’ ‘Nou, die keer in Amsterdam’, vervolgt hij gretig. ‘We liepen door de stad en ik liep vlak achter jou. En toen dacht ik dat ik jouw hand pakte, maar toen ik omhoog keek zag ik dat het de hand was van een vreemde mevrouw. Ik schrok heel erg, maar zij moest lachen. Dat was echt zó eng! Dat vergeet je gewoon niet meer.’ Glimlachend zeg ik: ‘Ach ja, dat was ik bijna vergeten. Maar gelukkig kwamen we er op tijd achter. Anders had je misschien zomaar een andere moeder geadopteerd.’ Hij kijkt me verschrikt aan en moet dan hard lachen. ‘Nee joh, mam, dat had jij toch nooit gepikt!’ Ik por hem in zijn zij: ‘Klopt!’
Theorieën, methodieken, protocollen en richtlijnen: voor professionals is er van alles beschikbaar om ouders en kinderen te begeleiden. Wordt deze theorie ook gebruikt in de praktijk? En wat vraagt de praktijk aan kennis en theorie? Dat onderzoeken we in de rubriek ‘Werken met ouders'. Ditmaal interviewen we Thea van der Weijden en Charlotte Hekkenberg van kinderopvangorganisatie Kindkracht 0/12. Binnen deze organisatie buigen zij zich over ouderbetrokkenheid in de kinderopvang.
De overheid hoopt met een appel op de mantelzorger uit het familienetwerk de zorg-kosten binnen de perken te houden. In de praktijk blijkt die mantelzorg juist bij te dragen aan conflicten binnen families - en bij een breuk tussen ouders en kinderen is mantelzorg al helemaal een illusie. In haar boek ‘Verbroken contact tussen ouder en kind' beschrijft ervaringsdeskundige Anita Drost op basis van interviews met ouders én kinderen de belangrijkste aspecten en processen van zo'n breuk.
Het succes van de participatiemaatschappij staat of valt met de solidariteit tussen generaties bloedverwanten. De Volkskrant signaleerde in een artikel op 6 februari 2016 dat familierelaties vaak zo slecht zijn dat mantelzorg door familie een utopie is en dat de verwachtingen van de overheid in dit opzicht te hoog gespannen zijn. In zeven procent van de gevallen, zo vermeldt het artikel, zijn die familiebetrekkingen zo slecht dat kinderen sowieso niet voor hun ouders willen zorgen.
In de rubriek ‘Ouders in beeld' bespreekt José Koster documentaires, films of afleveringen van televisieprogramma's. Ze bekijkt deze beelden door de bril van de ouder-schapstheorie en brengt het gedrag en de positie van ouders naar voren vanuit dit perspectief. Ditmaal neemt ze de documentaire ‘Roze Wolk' over postnatale depressie onder de loep. ‘Gevoelens van schuld overweldigen de moeder. Wat heeft het probleem dat ik nu heb straks voor gevolgen voor mijn kind?'
Ouderschap - dat gaat je niet in de koude kleren zitten. We denken er te luchtig over: als een ‘rol die je erbij krijgt’ zodra je eerste wordt geboren. De focus bij steun aan ouders ligt dus op zorg, adviezen en regelingen om het welbevinden van de baby veilig te stellen en de opvoeder competenter te maken. Heel belangrijk, want van tevoren overzie je als kersverse ouder niet wat dat mini-mensje allemaal behoeft. En opvoed-vaardigheden levert de ooievaar er niet bij.
Dat met de geboorte van een kind behalve een opvoeder ook een ouder wordt geboren, hebben we nog niet op het netvlies en behoeft aandacht.
Wat valt er te lezen, leren en luisteren? Ouderschapsdeskundige Janneke van Bockel signaleert publicaties en bijeenkomsten die de moeite waard zijn.
Toen ik dik tien jaar geleden te horen kreeg dat mijn oudste 'autistiform gedrag’ vertoonde zei de kinderpsychiater: 'Laat u het eerst eens rustig bezinken en lees links en rechts wat informatie. Dan kunt u kijken of u zich kunt vinden in mijn verhaal.’ Het was ongetwijfeld goed bedoeld maar wat heb ik me lange tijd ellendig alleen gevoeld. Hoe eenvoudig is het om meteen na dat adviesgesprek een afspraak voor een paar dagen later in te plannen met een ouderbegeleider? En om een setje geselecteerd informatiemateriaal mee te geven? Afijn, zo ging het niet.
Volwassenen die in armoede zijn opgegroeid, kregen als kind vaak onvoldoende de kans om vanuit een vertrouwde basis de wereld te verkennen. Bij angst, verdriet, honger of pijn konden zij niet terugkeren naar een veilige haven. Hierdoor voelden ze zich niet geborgen en missen een diep vertrouwen in de ander. Als zij later hun eigen kinderen - soms eveneens in armoede - moeten grootbrengen, hebben ze niet altijd als vanzelfsprekend oog voor de behoeften van dat kind. Solidaire steun is dan noodzakelijk. Helaas zijn deze ouders vaak getekend door het leven. Verbinding met hen maken is ook voor professionals niet altijd eenvoudig. In dit artikel leest u hoe ik mijn studenten leer hoe zij zich wél kunnen verbinden met deze ouders en hun kinderen, maar ook hoe ik mij verbind met de studenten. Het zijn immers parallelle processen. Ouders verbinden zich met hun kinderen, hulpverleners verbinden zich met ouders en docenten verbinden zich met studenten.