2015
In de gang van de basisschool van Tjeerd valt mijn blik op borstjes die eruitzien als kleine ijsbolletjes bij een meisje in groep 7. Mijn blik blijft aan de bolletjes kleven en met een licht gevoel van schaamte dwing ik mijn ogen naar haar gezicht. (Naar borsten staren is niet netjes.) Meisjes die ik vanaf de kleuterklas ken, veranderen nu in jonge vrouwen en puberteit wordt alom zichtbaar in de schoolgang als de jassen uitgaan, maar de prille borstjes vind ik lastiger te hanteren dan de gedaanteverwisseling van een paar jongens in de klas van Tjeerd.
De auteur legt een relatie tussen de oudergerichte organisatie en de oudersehapstheorie en methodiek ouderbegeleiding. Daarbij geeft hij aan hoe vanuit de oudersehapstheorie - met name vanuit het tweede postulaat: de ouder is consultvrager en opdrachtgever - betekenis kan worden gegeven aan de invulling van de relatie tussen ouders en de organisatie. Vervolgens wordt vanuit de methodiek ouderbegeleiding een relatie tussen de ouderbegeleidende positie en de oudergerichte organisatie gelegd. Daarbij wordt verwezen naar een van de buffers uit het denkschema van ouderschap - de solidaire gemeenschap - waarin de organisatie zich naar ouders kan presenteren als een vertegenwoordiger van de solidaire gemeenschap bij het grootbrengen van hun kind.
Daarop aansluitend worden vijf ordeningsprincipes beschreven van waaruit gekeken kan worden naar de oudergerichtheid van een organisatie:
1 het wetgevend en beleidsmatig kader voor ouderbetrokkenheid;
2 ouderbetrokkenheid binnen de organisatiegebieden;
3 ouderbetrokkenheid op organisatieniveaus;
4 niveaus van ouderbetrokkenheid;
5 ouderbetrokkenheid en de regulatieve cyclus.
De auteur hoopt met dit artikel een bijdrage te leveren aan (de reflectie op) het ontwikkelen van een oudergerichte organisatie. Dat is een gezamenlijk belang van ouders en de organisaties tot wie zij zich wenden.
Inhoud
90 Van de redactie | Ineke Huibregtsen
92 Kolom
Casus | Janneke van Bockel
Thema
93 Vader-moederproblematiek als valkuil voor de relatietherapeut | Alice van der Pas
105 Puin, hoop en liefde | Annemieke Huizinga
Alledaags ouderschap
116 Verwarring door een tot bloei komende jonge zoon | Parel van Panama
Thema
118 De oudergerichte organisatie | Wim Goossens
131 Ouderbegeleiding na een opvoedingsbesluit | Danielle Oomen en Gé Haans
Wat heet (nog) ouderbegeleiding
143 ‘Ik ben niet zo'n zorgeloze moeder'. ‘Ik ben niet zo'n makkelijke, zorgeloze moeder, en autisme is nog een ding erbij!' Een narratief onderzoek naar ouderidentiteit | Margreth Hoek
Ouders in beeld
161 ‘Zodra ik buiten kom' | Anneloor van Heemstra
Literatuur/recensies
165 Kinderen uit de Knel | Gé Haans
167 Ingmar Heytze wordt vader in 41 gedichten |José Koster
De afbreukpercentages (breakdown) binnen de langdurige pleegzorg in Nederland liggen tussen de 25 en 50 procent. Een afgebroken, als langdurig bedoelde pleeggezinplaatsing is een ramp voor alle betrokkenen: het pleegkind, de ouders en de pleegouders. Een van de factoren die ten grondslag ligt aan deze breakdown is de ontbrekende instemming van de ouder met de definitieve uithuisplaatsing van het kind. Wanneer de ouder de pleeggezinplaatsing niet kan verdragen en zich blijft verzetten tegen deze plaatsing, kan dat het proces van zich gaan hechten aan pleegouders belemmeren. Dit willen voorkomen ligt ten grondslag aan de methodiek Ouderbegeleiding na een opvoedingsbesluit. Deze vorm van ouderbegeleiding ondersteunt de ouder in het verlies van de rol als opvoedende ouder, door de ouder te helpen bij de rol die bij deze situatie past.
In dit artikel belichten de auteurs de achtergrond van deze vorm van ouderbegeleiding. Daarnaast schetsen zij de belangrijkste effecten van tien jaar Ouderbegeleiding bij roldifferentiatie.
Anneloor van Heemstra
Duur: 54 minuten.
Te bekijken op http://www.human.nl/2doc/zodra-ik-buiten-kom.html.
Zodra ik buiten kom is een coproductie van Human en IDTV Docs, met steun van het CoBO Fonds en uitgezonden door Human op dinsdag 9 december 2014.
Deze aangrijpende documentaire neemt ons mee naar de wereld achter de hoge muren van een vrouwengevangenis. We ontmoeten moeders die voor kortere of langere tijd vastzitten. Zij zijn afgesneden van het alledaagse contact met hun kinderen, en daar zit hun diepste pijn.
Samenvatting
Dit artikel is gebaseerd op de gelijknamige paper ‘Puin, hoop en liefde’ die de auteur schreef tijdens de masterclass: ‘De geëngageerde jeugdprofessional’.
Dit artikel wil professionals in het onderwijs en in de jeugdzorg inzicht geven in ouderschap, en in wat ouders bezighoudt wanneer een professional hen helpt bij de opvoeding van hun kind,
Hoe kijken we naar ouders? Vanuit welk perspectief?
Het was de redactie van het Handhoek Systeemtherapie1 menens toen zij na enkele herdrukken besloot tot een herziening. Menig hoofdstuk is opgeknapt; sommige zijn weg en andere gloednieuw. En ook in de nieuwe versie valt me op dat partnerrelatietherapeuten wegkijken van die belangrijke nevenactiviteit van het gros van hun cliënten: kinderen grootbrengen. Het handhoek zelf biedt hun geen soelaas, want terwijl partnerrelatietherapie (PRT) nu 150 pagina’s telt, moet therapie met families - inclusief ouderbegeleiding en opnieuw samengestelde gezinnen - het doen met 96. Natuurlijk komen ook hij PRT ‘de kinderen’ ter sprake, maar hoe vaak? Hoe gedetailleerd? En omgekeerd: wat doen ouderhegeleider en kinderpsychotherapeut met partnerproblematiek? Kijken ook zij liever weg? Verwijzen zij naar een ander ggz-domein of geeft dat te veel gedoe?
De praktijk is weerbarstig én biedt ons daarmee kansen om ons inzicht in ouderschap te verbreden en verdiepen. Dat vindt u terug in dit nummer van Ouder-schapskennis. De auteurs laten, ieder vanuit hun eigen perspectief en ervaring, zien hoe zij werken met ouders en/of denken over ouderschap en op welke wijze ouder-schapstheorie in hun praktijk doorwerkt.
Ouderschap wordt vaak gezien als rol of taak, maar in dit artikel presenteert de auteur ouderschap als een identiteit. Een kind willen krijgen, zwanger zijn, de geboorte, een kind zien en helpen opgroeien: ouderschap bepaalt iemands leven en heeft invloed op hoe iemand zichzelf ziet en wat hij of zij belangrijk en waardevol vindt. Via diepte-interviews probeert de auteur te achterhalen wat ouderschap voor hen betekent; zijn zijzelf en hun leven door het ouderschap veranderd? In dit artikel staat het ouderschapsverhaal van Klara centraal. Zij typeert zichzelf als een moeder die duidelijke normen en waarden heeft én die zich snel zorgen maakt en beren op de weg ziet. Zij brengt een jongen met autisme groot en tegelijk leert ze om haar zorgen los te laten. Via negen ouderschapsverhalen vertelt zij wat het ouderschap voor haar betekent en geeft zij inzicht in haar overwegingen en intenties als ouder: haar bedoelingen, waarden, overtuigingen, aspiraties, hoop, doelen en verplichtingen.