Videohometraining is een vorm van intensieve ambulante (thuis)behandeling. Het uitgangspunt is de natuurlijke communicatie tussen ouders en kinderen. De focus ligt hierbij op wat er al goed gaat in de communicatie. Dit levert ouders veel ‘goede ouder’-ervaringen op. Sandra de Caluwe gaat in haar werk uit van drie metamodellen: methodische ouderbegeleiding, videohometraining (VHT) en oplossingsgericht werken.
Videohometraining is een vorm van intensieve ambulante (thuis)behandeling. Het uitgangspunt is de natuurlijke communicatie tussen ouders en kinderen. De focus ligt hierbij op wat er al goed gaat in de communicatie. Dit levert ouders veel 'goede ouder'-ervaringen op. Sandra de Caluwe gaat in haar werk uit van drie metamodellen: methodische ouderbegeleiding, videohometraining (VHT) en oplossingsgericht werken.
Laatst had ik een tien-minutengesprek met de kleuterjuf van Tjeerd. Alleen al die tijdslimiet is een belediging voor ouders. Hoe ik daar zit als ouder voelt toch een beetje als examen doen. Ik verwacht een gesprekje over hoe goed onze jongen al cijfers herkent en begint met lezen, en dat hij sinds kort tekeningen maakt met herkenbare boten. Of hoe goed hij zijn emoties kan verwoorden. Maar niets van dit alles. Juf steekt meteen van wal, want er moet haar toch iets van het hart. En ja hoor, mijn kind luistert niet, hij luistert alleen maar naar zichzelf. Kletst lekker door, ook als hij op de nadenkstoel zit. Is niet stil als de juf iets wil uitleggen. Tijdens de overblijf stond hij ineens op het dak van het gymlokaal omdat de voetbal daarop terecht was gekomen. Zonder overleg met de juffen en dat kan natuurlijk niet. Zo gaat ze maar door.
En ik hoor ook een hulpvraag. Ik hoor haar pedagogische onmacht omdat haar middelen tekortschieten. Ondertussen vraag ik me af of ze wel goed zicht heeft op mijn kind en of deze school wel geschikt is voor Tjeerd. Een conclusie die ik van mijn partner, de vader van Tjeerd, niet mag trekken op basis van een tien-minutengesprek.
In het vorige nummer is het idee van de vier bufferdynamieken van Alice van der Pas globaal besproken. We gaan in dit thema specifiek in op 'goede ouder'-ervaringen. De keuze om deze buffer eerst te bespreken viel op een zonnige middag. Na een discussie in de themaredactie waren we het erover eens dat dit essentieel is voor ouderschapgroei. Al pratend over wat 'goede ouder'-ervaringen kunnen behelzen, werden we steeds nieuwsgieriger en enthousiaster om hierop meer zicht te krijgen. 'Goede ouder'-ervaringen laten ouders weten dat ze het als ouder toch niet zo slecht doen, aldus Van der Pas ( 2008, p. 233). Kenmerken van een 'goede ouder'-ervaring is dat:
• ouders zelf oordelen;
• het gaat over ervaringen en waarnemingen;
• het een moreel oordeel betreft in termen van goed of slecht;
• dit oordeel gaat over hun ouderschap.
Het gevoel tekort te schieten is inherent aan het opvoedingsproces, maar wordt ook in toenemende mate een maatschappelijk verschijnsel: ouders voelen zich tot in het absurde verantwoordelijk voor alles wat hun kinderen overkomt. Steeds vaker wordt die schuld hen trouwens ook aangepraat, door de media, door deskundigen, door de overheid.
Voor haar boek Een verpletterend gevoel van verantwoordelijkheid interviewde de auteur tientallen ouders over de vraag waarom ze zich schuldig voelden. De gesprekken, waaruit een aantal fragmenten in dit artikel zijn opgenomen, laten vooral zien hoe schuldgevoelens het ouderlijke zelfvertrouwen onderuit halen, waardoor ze ook het opvoedingsproces aantasten: ouders gaven aan dat ze het moeilijk vonden om nog grenzen te stellen, contacten met anderen te leggen, hulp te zoeken. Hoe kan de druk van de ketel gehaald worden?
Wim Goossens schreef in 2004 in dit tijdschrift een artikel over de fragiele relatie tussen ouderbegeleiders en ouders van kinderen met een handicap. Op de vraag of we hem en zijn vrouw mochten interviewen over hun 'goede ouder'-ervaringen waren zij meteen bereid mij te ontvangen, en in alle openheid daarover te praten. Op z'n Limburgs gastvrij ontvangen vader Wim en moeder Katinka en hun twee dochters Stephanie, 23 jaar en Céline, 16 jaar mij in hun huis met koffie en een lunch. Ondertussen verblijft hun zoon en broer Michel, 18 jaar en zowel ernstig verstandelijk als autistisch gehandicapt, in zijn kamer waarvan de deur op slot is. In de loop van het gesprek wordt de reden daarvan duidelijk. Hij houdt zich bezig met zijn spulletjes en soms zoekt hij contact, vooral met Céline via het raam. Veelvuldig horen we hem luide keelklanken maken, wat de gezinsleden beduidend minder lijkt af te leiden dan de interviewer (PR).
De Augeo Foundation is opgericht eind 2006 en investeert op een bedrijfsmatige manier energie, expertise en geld in de aanpak van kindermishandeling. Een van de uitgangspunten van Augeo is dat de inzet van ouders en gemeenschappen om de veiligheid, waardigheid en gelijkheid van ieder kind te waarborgen moet worden ondersteund. Ouders zijn immers bij uitstek degenen op wie kinderen voor hun veiligheid zijn aangewezen. De Augeo Foundation heeft daarom het plan opgevat voor een lectoraat Ouderschap en Ouderbegeleiding.
In deze bijdrage, een notitie ter voorbereiding op de besluitvorming, wordt de betekenis van dit lectoraat toegelicht.
Zonder woorden kun je niet denken. Probeert u maar eens, het lukt niet. Via woorden leren we de wereld kennen, en onszelf: 'ikke' en onze voornaam. Met woorden ordenen we wat we meemaken en wisselen we erover van gedachten met anderen. Hoe meer woorden, hoe meer gedachten!
Een kleine verhandeling over nuttige en riskante woorden voor ouderbegeleiders.
2 Van de redactie
Kolom
4 Oude wijn met een nieuw etiket - Bert Krapels
Wat heet (nog) ouderbegeleiding?
5 Het belang van een lectoraat 'Ouderschap en Ouderbegeleiding' | Herman Baartman
Alledaags ouderschap
15 Het tien-minutengesprek | Parel van Panama
De winst van het denken in buffers: 'Goede ouder'-ervaringen
17 Thema-inleiding | Margreth Hoek, Hanneke Miley en Pieter Remmerswaal
19 Fragiele, goede ervaringen van ouders met hun kinderen, elkaar en de hulpverlening | Pieter Remmerswaal
27 Ouderschapsgroei van beginnende ouders | Margreth Hoek
39 'Goede ouder'-ervaringen creëren met videohometraining | Trudy van Harten
48 Een verpletterend gevoel van verantwoordelijkheid | Kaat Schaubroeck
61 Stressreductie opent de weg naar ouder-power | Jolant van den Haspel
71 Het is oppassen geblazen met woorden | Alice van der Pas
Rubrieken
77 Tussen Scylla en Charybdis
Signs of Safety: de kracht van opvoeders én de veiligheid van kinderen | Adri van Montfoort en Eric J. Sulkers
Een brug tussen praktijk, professionele ervaring en wetenschap | Sietske Dijkstra
Literatuur
88 Recensies
Alice van der Pas, "Ouderschap: een systemisch multiversum", hoofdstuk 30 in Handboek Systeemtherapie.
Rob Bruntink, In het teken van leven. Zorgen voor het ongeneeslijk zieke kind.
R. Beunderman, A. Savenije, F. de Rijke & P. Willems, Interculturalisatie in de Jeugd-GGZ. Wat speelt er?
95 Nota Bene
Een allerhande aan artikelen en boeken kort gesignaleerd: Nederlands en anderstalig, oud en nieuw, praktisch en theoretisch, verzorgd (en soms geannoteerd) door Alice van der Pas.
Ze zijn er weer! De woorden overlappen, raakvlakken, ketenzorg, efficiënt, korte lijnen,vraaggestuurd, één toegangsdeur, drempels slechten, transparant zijn.
Hoor je deze woorden, dan weet je het al. Het moet gaan over de nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin waarmee minister Rouvoet de jeugdhulpverlening weer op de kaart wil zetten.
Samenvatting
Dit essay beschrijft ouderschapsgroei van beginnende moeders na de geboorte van hun eerste kind en koppelt dit aan het buffermodel van Alice van der Pas. Moeders voelen zich onthand, willen het goede doen en weten niet hoe dat te realiseren. Na het nodige gemodder ontwikkelen ze echter hun ouderidentiteit. Het moreel oordelen van ouders over zichzelf als ouder wordt nader besproken. Beginnende moeders willen het juiste doen: voor hun kind, voor zichzelf en ook nog door de ogen van de samenleving. Meer mededogen met ouders en zicht hebben op hun leerproces is wenselijk om beginnende ouders te steunen in hun ouderschapsgroei. Een solidaire gemeenschap is essentieel voor het opdoen van 'goede ouder'-ervaringen.
Iedere ouder heeft in principe een ouder-power instinct: een van nature aanwezig verantwoordelijkheidsgevoel voor het bieden van voeding en veiligheid aan zijn kind en het vertrouwen in hun ontwikkelingspotenties. Het hormoon oxytocine speelt hierbij een belangrijke rol. De grootste vijand van ouder-power is extreme stress, waardoor deze power tijdelijk blokkeert en waardoor ook het vertrouwen van de ouder in zichzelf en het 'goede ouder'-gevoel vermindert. Een vervelende situatie voor zowel ouder als kind.
Vooral de fysiologische stressreacties, met onder andere de vorming van het stresshormoon cor-tisol als antagonist van oxytocine, spelen een belangrijke rol bij de verminderde uiting van de instinctmatige ouder-power. Het aanleren van een methode om zelf het fysiologische stressniveau te verlagen, begeleiding bij de wederopbouw van het zelfvertrouwen, hervinden van het 'goede ouder'-gevoel en het hernemen van de verantwoordelijkheid in de ouder-kindrelatie kunnen ouders ondersteunen bij het aansluiten op hun ouder-power instinct. Een prettige situatie voor zowel ouder als kind.
Dit artikel beschrijft de inhoud en theoretisch onderbouwing van een stressreducerende methode om ouders van kinderen met gedragsproblemen te begeleiden bij het hervinden van hun ouder-power.
De vraag in twee teksten van Eileen Munro en een co-referaat van Corine de Ruiter luidt: hoe verhouden instrumenten voor risicotaxatie in de kinderbescherming zich tot de zogenaamde intuïtieve kennis van professionals?
Munro is verbonden aan de gezaghebbende London School of Economics. In de Marie Kamphuis-lezing plaatst zij haar werk in het kader van een 'empirical practice movement'. In deze 'werkplaats' onderzoekt zij twee vragen: hoe het ambachtelijke maatschappelijk werk kan samengaan met wetenschap, en hoe het te redden van richtlijnen die het management uitvaardigt. Niet alleen in Engeland heerst de paradoxale situatie dat het maatschappelijk werk als nooit te voren wetenschappelijk wordt onderbouwd, maar dat de praktijk daardoor niet verbetert. Deze constatering werd een keerpunt in Munro's denken.
De afgelopen twee jaar is Signs of Safety (SoS) populair geworden in de Nederlandse jeugdzorg. Tenminste, het aantal instellingen dat 'iets doet' met Signs of Safety, of 'ermee bezig is', groeit snel. Daarmee groeit uiteraard ook het aantal misverstanden over wat SoS is. In deze bijdrage concentreren we ons op de vraag of en hoe de benadering van Signs of Safety kan helpen bij het laveren tussen Scylla en Charybdis als de opvoedingsomstandigheden voor een kind zodanig zijn, dat zijn veiligheid in het geding is. Aan de ene kant bestaat het risico dat hulpverleners wel gericht zijn op het versterken van de krachten van ouders en bijvoorbeeld de steun van grootouders maar onvoldoende oog hebben voor de veiligheid van het kind. Aan de andere kant kan een focus op veiligheid leiden tot het onderschatten van de positieve krachten van ouders en anderen in de omgeving van het kind en daarmee tot over-interventie in de vorm van te veel ondertoezichtstellingen en te langdurige uithuisplaatsingen. Iedereen die met ouders en kinderen werkt, wil deze beide risico's vermijden en zoekt voortdurend naar inzichten, werkvormen en gesprekstechnieken om dit te bereiken. De verwachting dat Signs of Safety hierbij kan helpen is ongetwijfeld de reden van de stijgende belangstelling voor de benadering.
U las in nummer 12,2 van juni vorig jaar, dat dit het laatste I-nummer was. Alice van der Pas, oprichter van dit tijdschrift en van 1998 tot 2003 hoofdredacteur, was initiator van dit speciale nummer en bleef naast 'gewoon redactielid van O&O' van 2002 tot 2009 ook hoofd van de I-redactie. Alice treedt terug als redacteur, maar blijft bijdragen voor dit tijdschrift verzorgen. Om die reden zou je haar naam in de lijst van vaste medewerkers verwachten. Maar de oprichter en voormalig hoofdredacteur verdient voor haar vele en baanbrekende redactiewerk uiteraard de titel 'Erelid van de redactie'.